Zoekresultaat

52 resultaten
U heeft gezocht op: Industrie

Sorteren op:
  • Wet weerbaarheid defensie en veiligheid gerelateerde industrie

    Het wetsvoorstel bestaat uit drie onderdelen:

  • Wijziging van de Wet milieubeheer voor een nationale circulaire plastic norm

    Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat bereidt een wijziging voor van de Wet milieubeheer. Vanaf 2027 worden verwerkers van polymeren verplicht om een minimumpercentage fossiele grondstoffen te vervangen met recyclaat of biogebaseerde polymeren. Polymeren zijn chemische bouwstenen die worden gebruikt bij de verwerking van deel- of eindproducten, zoals plastic, rubber, verf en lijm. De wetgeving wordt stapsgewijs ingevoerd, waarbij in 2027 de verplichting enkel geldt voor plastic. Op termijn kan dit ook gaan gelden voor polymeren die worden verwerkt in andere toepassingen. Enkele onderdelen van de wetswijziging zoals bijvoorbeeld de hoogte van de verplichting, worden nog verder uitgewerkt.

  • Investeringssubsidie maakindustrie klimaatneutrale economie

    De investeringssubsidie maakindustrie klimaatneutrale economie. Deze regeling heeft als doel investeringen te ondersteunen die nodig zijn voor productie in de waterstof-, batterijen- en zon-PV-sector. 

  • Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties (LBV)

    De stikstofbelasting van de natuur in Nederland is een groot probleem. De stikstofuitstoot moet daarom worden verlaagd. Alleen zo kan de natuur herstellen en komt er weer ruimte voor maatschappelijke en economische activiteiten. Alle sectoren die stikstof uitstoten (industrie, landbouw, verkeer, zee- en luchtvaart) moeten hun stikstofemissies terugdringen.

  • Maatregel gerichte aankoop en beëindiging veehouderijen nabij natuurgebieden tranche 2 (MGA-2)

    De stikstofbelasting van de natuur in Nederland is een groot probleem. De stikstofuitstoot moet daarom worden verlaagd. Alleen zo kan de natuur herstellen en komt er weer ruimte voor maatschappelijke en economische activiteiten. Alle sectoren die stikstof uitstoten (industrie, landbouw, verkeer, zee- en luchtvaart) moeten hun stikstofemissies terugdringen.

  • Wijziging Regeling C02-heffing industrie voor overdracht restgassen

    Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat bereidt een wijziging voor op de Regeling CO2-heffing industrie. Met deze Regeling is de CO2-heffing industrie ingevoerd. Die heffing is vormgegeven als een heffing met een afnemende vrijgestelde voet (dispensatierechten). Dit betekent dat bedrijven vrijstelling hebben van de CO2-heffing tot aan deze vrijgestelde voet. Door de huidige vorm van de Regeling bestaat er een risico bij faillissement wanneer overdracht van restgassen tussen partijen plaatsvindt. Dit risico ontstaat doordat de dispensatierechten bij overdracht van deze restgassen niet automatisch worden gestort bij de ontvanger van deze restgassen, terwijl de lasten van de heffing wel naar de ontvangende partij worden overgedragen. Door deze wijziging wordt dit risico weggenomen.

  • Wijz. Tabaks- en rookwarenregeling ivm verbod op kenmerkende aroma's voor verhitte tabaksproducten

    De Europese Commissie heeft in verband met het toegenomen gebruik van verhitte tabaksproducten een gedelegeerde richtlijn vastgesteld. Deze richtlijn wijzigt de Tabaksproductenrichtlijn. Doel van deze gedelegeerde richtlijn is de regels over kenmerkende aroma’s en verplichte gezondheidswaarschuwingen voor tabaksproducten uit te breiden naar verhitte tabaksproducten. In deze ontwerpregeling wordt deze Europese richtlijn in nationale wetgeving geïmplementeerd.

  • Startende en stoppende exploitanten

    Op grond van de nationale CO2-heffing industrie worden voor exploitanten van industriële installaties ieder jaar de uitstoot en het aantal dispensatierechten bepaald op basis van verschillende, soms geverifieerde, documenten. Bij bedrijven die nieuw onder de heffing komen te vallen, of voor nieuwe installaties die een vergunning krijgen (hierna: startende exploitanten) is er een mogelijkheid dat de benodigde documentatie, en de verificatie daarvan, niet tijdig kan worden ingediend, wegens samenloop met het Europese emissiehandelssysteem. Dit zorgt voor uitvoeringslasten bij de Nederlandse Emissieautoriteit (NEa) en voor onnodige administratieve lasten bij startende exploitanten. Daarnaast zijn bedrijven waarvan de vergunning wordt ingetrokken (hierna: stoppende exploitanten) momenteel over hun laatste jaar niet meer verplicht om bepaalde documentatie, soms geverifieerd, in te dienen waardoor de NEa niet meer de uitstoot en het aantal dispensatierechten kan bepalen over dit laatste jaar.

  • OWE openstellingsronde 2024

    Het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) is voornemens om in 2024 een nieuwe openstellingsronde te organiseren van de subsidieregeling Opschaling volledig hernieuwbare waterstofproductie via elektrolyse (OWE) die op 29 september 2023 gepubliceerd is. In deze internetconsultatie wil EZK de belangrijkste voorgestelde wijzigingen bij u toetsen en aantal vragen voorleggen.

  • Wijziging Regeling CO2-heffing industrie i.v.m. monitoring afvalverbrandingsinstallaties

    Sinds 1 januari 2021 vallen industriële bedrijven onder de regels van de nationale CO2-heffing industrie. Afvalverbrandingsinstallaties (AVI's) vallen hier ook onder. Vanaf 1 januari 2024 zullen AVI's ook vallen onder de regels van het Europese emissierechtenhandelssysteem (EU ETS). In de Nederlandse wetgeving worden bedrijven die onder het EU ETS vallen "broeikasgasinstallaties" genoemd. Daarom worden AVI's vanaf 1 januari 2024 niet langer beschouwd als AVI's, maar als "broeikasgasinstallaties voor de verbranding van stedelijk afval". Omdat de CO2-heffing industrie sterk verbonden is met het EU ETS, is het belangrijk om de regels voor het monitoren, rapporteren en controleren van deze installaties aan te passen. Deze aanpassingen worden gemaakt door wijziging van de Regeling CO2-heffing industrie. Zo worden onnodige verplichtingen voor broeikasgasinstallaties voor de verbranding van stedelijk afval (voorheen AVI's) voorkomen.