Regeling Zonering Onbemande Luchtvaartuigen in de CTR

Reactie

Naam Anoniem
Plaats Den Haag
Datum 30 januari 2025

Vraag1

U kunt tot en met 31 januari 2025 via deze website reageren op de Regeling en de toelichting. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat ontvangt graag een reactie of de regeling compleet is en of er overwegingen over het hoofd zijn gezien. 
Verwacht u dat de Regeling effect heeft op u of uw organisatie? 
Vanuit de provincie Zuid-Holland kijken we in grote lijnen positief naar de regeling. De voorgestelde aanpassingen creëren nieuwe mogelijkheden voor drone-operators en leiden tot een substantiële vermindering van de werklast voor de luchtverkeersleiders. Dit laatste komt de vliegveiligheid ten goede. We pleiten wel voor aanscherping van enkele artikelen. Onze belangrijkste aandachtspunten zijn:
1. Handhaving: De regeling is vaag over wie verantwoordelijk is voor de handhaving, welke partijen hierbij betrokken zijn en op welke manier de handhaving rondom de luchthaven plaatsvindt. We vragen niet om 'meer handhaving', maar om duidelijkheid over de taken en verantwoordelijkheden en hoe deze kunnen bijdragen aan een veilige uitvoering van de operaties. Daarnaast is het essentieel dat de nieuwe, complexe artikelen geen verwarring veroorzaken bij de operators en de vliegoperaties niet vertragen.
2. Maatschappelijk draagvlak: Het ministerie moet actief bewustwording en draagvlak creëren in de leefomgeving. Bij een toename van drones binnen een straal van ± 5 km rondom luchthavens vrezen we negatieve reacties van omwonenden vanwege visuele verstoring en mogelijk geluidshinder. De kans hierop wordt vermoedelijk kleiner als zij tijdig bij dit proces worden betrokken. Er is meer duidelijkheid nodig over hoe het ministerie dit gaat aanpakken – is er voorzien in een communicatie-/participatieplan? - en welke rol regionale en lokale overheden hierin kunnen spelen.
3. Het probleem van vliegplannen indienen bij incidenten: in zone1, 2B en 4 moet minimaal 24 uur voor de vlucht een vliegplan voor onbemande luchtvaartuigen worden ingediend. Veel drone-operators, zoals in de Rotterdamse haven, opereren voornamelijk bij incidenten, die vaak niet 24 uur van tevoren kunnen worden voorspeld. Voor dergelijke situaties zouden operators graag een alternatieve procedure zien voor klaring en het gebruik van RT.
4. Beperkingen in Zone 2a en artikel 4: Het risico van een dronevlucht in zone 2A (op 2 tot 5 km van een vliegveld en lager dan 45 meter) is zeer klein, omdat bemande luchtvaart zich daar normaliter niet bevindt. Er wordt aanbevolen om zone 2A te heroverwegen en dronevluchten in de open categorie toe te staan. Verder ook aandacht voor artikel 4 van de regeling. Vanwege de nieuwe coördinaten kunnen er plekken ontstaan waar er geen verbod is voor de open categorie vanuit de zonering (uit artikel 4), maar straks ook niet meer vanuit de wijziging CTR.

Bijlage