Discussiestuk 'Zorg voor de Toekomst'
Reactie
Naam
|
Voedingscentrum (Dr G.I.J. Feunekes)
|
Plaats
|
Den Haag
|
Datum
|
27 januari 2021
|
Vraag1
Herkent u zich in de drie thema’s als de thema’s waar de komende jaren meer verandering op nodig is?
Herkennen wel. En het is zeker winst dat er in de nota aandacht is voor preventie. De nota richt zich echter qua preventie met name op geïndiceerde en ziekte-specifieke preventie en nauwelijks op de kansen die er liggen op het vlak van universele preventie in het algemeen en overgewichtpreventie in het bijzonder. Het gaat vooral over cure en care en niet over voorzorg, het voorkomen dat zorg überhaupt nodig is. Een belangrijk deel van de ziektelast en overbelasting van de zorg hangt samen met ongezond gedrag en leefstijl en dat is vermijdbaar. De Nederlandse bevolking kan veel gezonder zijn.
In dat opzicht missen we ook de rol van en connectie met de landelijke kennisinstituten in de nota en de kennis, richtlijnen en interventies die van daaruit beschikbaar zijn.
Vraag2
Herkent u de knelpunten die op (één van) de drie thema’s worden genoemd, of missen er nog belangrijke knelpunten?
Vanuit het perspectief van ongezond(e) gedrag en leefstijl zijn de fysieke en sociale omgeving die hiertoe verleiden een belangrijk knelpunt. Invoering van effectieve maatregelen voor de verbetering hiervan, vragen om landelijke, collectieve aansturing. Voorbeeld voor gezond eten: experimenten met gezonde schoollunches laten positieve uitkomsten zien ten aanzien van overgewichtpreventie. De invoering hiervan kan niet aan individuele scholen worden overgelaten.
Er wordt nog te veel vanuit het huidige zorgstelsel en de -begroting gedacht. Zorgen voor betere afstemming, samenwerking, coördinatie daarbinnen is onvoldoende. Een veranderstrategie met concrete stappen om te komen van nazorg naar voorzorg (het voorkomen van zorg), naar het creëren van gezondheid ontbreekt.
Vraag3
Welke beleidsopties die genoemd worden bij de drie thema’s leveren volgens u een belangrijke bijdrage aan de houdbaarheid van ons zorgstelsel?
Bevorderen van de eigen regie vraagt veel van de gezondheidsvaardigheden van mensen. Eén op de drie Nederlanders beschikt niet over voldoende gezondheidsvaardigheden en dus kun je er niet vanuit gaan dat iedereen dan ook in staat is de eigen verantwoordelijkheid te nemen. Bij een beleid gericht op eigen regie moet hiervoor aandacht zijn en inzet zijn op het versterken van de gezondheidsvaardigheden in het algemeen en voedselvaardigheid in het bijzonder (oa opvoeding, onderwijs) en professionals die mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden herkennen en in hun communicatie daar goed op kunnen inspelen.
Overheidsmaatregelen zoals in de nota geschetst voor meer gezonde keuzes, maar ook dat de gezonde keuze de gemakkelijke keuze is, kunnen we alleen maar toejuichen. Op landelijk niveau kunnen maatregelen worden genomen die het aanbod van ongezonde producten beperken en kunnen prijsmaatregelen worden getroffen. Ook op lokaal niveau kan met het inrichten van de fysieke omgeving de gezondheid worden bevorderd. Belangrijk daarbij is wel dat het niet bij mogelijkheden blijft, maar dat het tot uitvoering van deze maatregelen komt en overheidsregie daarbij. Zie in deze context ook de recente oproep van de WHO aan overheden om in publieke voedselomgevingen ervoor te zorgen dat gezonde eetpatronen bevorderd worden. De DG van de WHO stelt dat er geen publieke middelen besteed zouden moeten worden aan eten en drinken dat ongezonde eetpatronen bevordert: zie het WHO Action framework for developing and implementing public food procurement and service policies for a healthy diet.
Vraag4
Heeft u concrete suggesties om bepaalde opties nader te concretiseren en praktisch vorm te geven?
Kom met een veranderplan voor het invoeren van populatie-brede universele preventie onder landelijke regie en met systemische prikkels gericht op gezonde leefstijl en de baten daarvan. Neem in een dergelijk plan ook mee dat er regionaal en lokaal behoefte is aan concrete instrumenten voor en praktisch toepasbare ondersteuning (meer dan een mogelijkhedenpalet) bij het inrichten van leefomgevingen zodat ze aanzetten tot gezond leven. Zeker waar het gaat om aandachtswijken en in publieke omgevingen.
Vraag5
Welke beleidsopties ontbreken er nog?
Aandacht voor universele preventie o.a. met inzet van de landelijke instituten en inzet van concrete beleidsinstrumenten en implementatieondersteuning daarbij voor het creëren van gezonde leefomgevingen (zie ook reactie op vraag 1). Zorg voor bijbehorende budgetten in de Rijksbegroting. Geschetste mogelijke financiële prikkels voor het bevorderen van universele preventie lezen nu nog te veel als een keuzemenu en vragen om landelijke regie.
Verder willen we verwijzen we op de gezamenlijk reactie van de Federatie voor Gezondheid, waar we deel van uitmaken.