Discussiestuk 'Zorg voor de Toekomst'

Reactie

Naam Erasmus MC, afdeling verloskunde en gynaecologie (Prof. dr. E.A.P. Steegers)
Plaats Rotterdam
Datum 31 januari 2021

Vraag1

Herkent u zich in de drie thema’s als de thema’s waar de komende jaren meer verandering op nodig is?

Ja, we herkennen de thema’s. Wat ons inziens ontbreekt is de aandacht voor de eerste 1000 dagen (bevruchting tot en met twee jaar na de geboorte) én de 100 dagen daarvoor. In die periode is enorme winst te behalen door een basis te leggen voor gezondheid en welzijn in het gehele leven, ook op oudere leeftijd, en zelfs in toekomstige generaties. In deze eerste 1000 dagen staan mensen open voor gedragsverandering. Nagenoeg alle (aanstaande) ouders zijn te verleiden om te doen wat het beste is voor hun kinderen. En deze periode is belangrijk om patronen te doorbreken, de veerkracht van (aanstaande) ouders te versterken, waardoor/zodat ouders hun kinderen het goede voorbeeld kunnen geven en een rolmodel kunnen worden op thema’s als gezond leven, hechting, gezonde relatie ontwikkeling enzovoort. Daarom beginnen sociale verloskunde & Kansrijke Start juist in die hele vroeg periode met brede preventie en samenwerking over verschillende domeinen heen. Hiermee is een beweging in gang gezet, die geborgd moet worden.

Vraag2

Herkent u de knelpunten die op (één van) de drie thema’s worden genoemd, of missen er nog belangrijke knelpunten?
o Aanpak van de onderliggende oorzaken en determinanten van gezondheidsverschillen
o De sociale en fysieke omgeving beïnvloeden de mogelijkheden om de eigen fysieke en mentale gezondheid te verbeteren, zowel positief als negatief. Dit maatschappelijk (knel)punt om te kunnen werken aan de eigen gezondheid wordt onvoldoende genoemd, terwijl er hoge verwachtingen zijn rondom de (individuele) eigen regie en eigen verantwoordelijkheid.
o Tijdelijkheid van projecten en investeringen, terwijl er voor preventie (maar ook veranderingen in zorg en samenwerking) een lange adem nodig is
o Het begrip regionale samenwerkingsstructuren & regionale preventie infrastructuur suggereert duidelijkheid/eenduidigheid. Voor sociale verloskunde en een kansrijke start werken we samen met verschillende regionale structuren uit bijvoorbeeld preventie (GGD/JGZ), geboortezorg, acute zorg en sociaal domein. Deze passen niet goed over elkaar heen, wat zorgt voor knelpunten in de samenwerking.
o Vanwege eigen bijdragen is essentiële zorg voor een deel van de (jonge) ouders minder toegankelijk, zoals de keuze voor een poliklinische bevalling of voldoende uren kraamzorg

Vraag3

Welke beleidsopties die genoemd worden bij de drie thema’s leveren volgens u een belangrijke bijdrage aan de houdbaarheid van ons zorgstelsel?
Opties in samenhang zien! Vaak heeft de ene optie alleen succes als een andere optie ook wordt aangepakt
o Een krachtige sociale basis en een integrale aanpak van sociale problematiek.
o Beter benutten ervaringsdeskundigheid patiënten en cliënten door de zorg meer waardegedreven en uitkomstgericht te maken
o Prikkelwerking eigen bijdragen: waar staat dit benodigde zorg in de weg, en draagt dit bij aan ongelijke toegang tot zorg?
o Een versterking van verander- en organisatiekracht, met leeromgevingen in de regio & over de grenzen van domeinen heen
o Digitaal ondersteunde zorg meer vanzelfsprekend maken.
o structurele financiering van preventie en samenwerking tussen medisch en sociaal domein
o Ondersteuning van innovators door bundeling van de financiering (mits lange termijn gericht i.p.v. de huidige korte projecten)

Vraag4

Heeft u concrete suggesties om bepaalde opties nader te concretiseren en praktisch vorm te geven?
o Kennis over preventie, tegengaan van gezondheidsverschillen en gedifferentieerde zorg implementeren en borgen
o overheidsmaatregelen voor gezonde keuzen worden genoemd, inclusief prijsmaatregelen. Een mooie kans om door te pakken op een Rookvrijegeneratie & andere maatregelen die ongezonde keuzes lastiger maken.
o bij de samenwerking tussen regio's is het regiobeeld een belangrijk instrument om afspraken te maken over de zorg (inclusief een opsomming van mogelijkheden/partners). De lokale coalities Kansrijke Start maken gebruik van startfoto’s, regiobeelden en monitoring (perinatale kerngegevens, kwetsbaarheid in de reproductieve leeftijd en onder zwangeren, steeds in combinatie met andere relevant gegevens). Deze worden vervolgens besproken met alle betrokken partijen als basis om samen te werken aan het een betere start en terugdringen van gezondheidsverschillen bij de geboorte.
o De input uit deze internetconsultatie voorleggen aan mensen uit totaal andere werelden dan de groep die betrokken was bij de voorbereiding, om nieuwe openingen te zien

Vraag5

Welke beleidsopties ontbreken er nog?
o De aandacht voor de eerste 1000 dagen (bevruchting, zwangerschap tm twee jaar na de geboorte) én de 100 dagen daarvoor
o Levensloopbenadering: hoe vroeger in de levensloop een groep kan worden bereikt, des te groter de cumulatieve gezondheidswinst in de gehele latere levensloop [ WRR, 2018, van verschil naar potentieel]. Daarom pleiten we er voor om vanuit het levensloopperspectief de uitdagingen en de oplossingen te benaderen. Bijvoorbeeld: naast opties als zorgkantoren voor de uitvoering van de wet langdurige zorg ook duurzame opties voor de samenwerking in de eerste 1000 dagen mee te nemen (inclusief betrekken van de sociale en fysieke omgeving), peer-to-peer opties of de kansen die geboortecentra bieden om zorg bij elkaar te brengen en daar begeleiding te bieden aan ouders.
o Omdenken van ziekte naar gezondheid
o Brede kijk op de baten van preventie (zoals individuele kansen op kunnen meedoen op school, op werk & de maatschappelijke baten daarvan)
o Opgeroepen wordt tot de-medicalisering van sociale problemen door deze op de juiste plaats op te pakken in plaats van binnen de zorg. Toch wordt een deel van de oplossingen in (het slechten van schotten in) de zorg gezocht, terwijl er zoveel winst te behalen is via (preventieve) maatregelen op andere terreinen zoals werk, inkomen, huisvesting, leefomgeving, luchtkwaliteit, mogelijkheid om te bewegen enzovoort (die ook de gezondheid van het (ongeboren) kind beïnvloeden).
o Landelijke samenwerking binnen en tussen ministeries komt in de nota nauwelijks aan bod. Is het een aanname dat dit voldoende gebeurt? Vooralsnog lijken andere ministeries dan VWS zich minder bezig te houden met de eerste 1000 dagen als een periode waarin winst te boeken is
o Bekostiging van coördinatie/systeemfuncties: ook voor samenwerking tussen geboortezorg, JGZ, sociaal domein en gemeente.
o Inzet van praktijkondersteuners bij zorgverleners (óók in de geboortezorg) voor de verbinding tussen het medische en sociale domein.

Bijlage