Discussiestuk 'Zorg voor de Toekomst'

Reactie

Naam MantelzorgNL (B. Pot)
Plaats Zeist
Datum 27 januari 2021

Vraag1

Herkent u zich in de drie thema’s als de thema’s waar de komende jaren meer verandering op nodig is?

Ja, MantelzorgNL herkent zich goed in de drie geïdentificeerde thema’s.

In het bijzonder attenderen wij u op de twee rapporten van het SCP ‘Sociaal Domein op Koers’ (11-2020) en ‘Blijvende Bron van Zorg’ (12-2020). MantelzorgNL constateert dat de hulp aan mantelzorgers niet verbeterd is sinds de invoering van de Wmo, terwijl het aantal mantelzorgers verder toegenomen is tot bijna 5 miljoen. Neem de waarschuwing voor steeds verdere decentralisaties ter harte. Voorts waarschuwt de Nationale Ombudsman voor de steeds complexere wordende overheid. Ook hier ondervinden mantelzorgers problemen mee. Meer regie en vereenvoudiging is van groot belang. Bij de volgende vragen werken wij dit uit rondom de thema's preventie, positie en oormerken.

Vraag2

Herkent u de knelpunten die op (één van) de drie thema’s worden genoemd, of missen er nog belangrijke knelpunten?
De analyse van de tekorten in de zorg en het dalend aantal beschikbare mantelzorgers in de toekomst zijn helder. Een deel van de oplossing zal liggen in een goed werkend informeel netwerk rondom de zorgvrager. De 5 miljoen mantelzorgers in Nederland maken daar deel van uit.

Met deze nota wordt gestreefd om de gezondheidszorg integraal te beschouwen. Vanuit dat oogpunt is dat onmiskenbaar dat ook de mantelzorger in de zorgketen een betere positie moet krijgen. Als de ‘uitdaging is om de zorg in zijn geheel te zien’, horen daar de verschillende partijen rondom de zorgvrager bij. Niet alleen de formele zorgpartijen -maar juist ook de informele- die een belangrijke rol spelen in de zorg- en ondersteuning van de zorgvrager.

Essentieel is om te komen tot een volwaardige relatie tussen zorgprofessionals en mantelzorgers, de samenwerking tussen de formele en informele zorg. Dat je als mantelzorger wordt erkend, en dat kwalitatief goede ondersteuning van mantelzorgers in het zorgtraject gewaarborgd wordt, ongeacht het zorgdomein of wettelijk kader. Een heldere positie kan bijdragen aan een effectieve samenwerking tussen de formele zorg, informele zorg en de zorgvrager én besef bij de mantelzorger van zijn of haar situatie.

Dat betekent méér investeren in de sociale basis, meer investeren in preventie. Preventie zou daarom verbreed moeten worden naar tijdige ondersteuning van mantelzorgers die daar behoefte aan hebben, zodat ze de zorg langer vol kunnen houden. Overbelasting van de mantelzorger kan zo tegengegaan worden, waardoor de inzet van duurdere zorg voorkomen wordt. Dat er daarbij betere afstemming nodig is tussen het sociaal domein en het zorgdomein delen we. Vooral bijvoorbeeld wanneer het gaat om de inzet van respijtzorg als preventief instrument. Investeren in preventie (bijvoorbeeld via respijtzorg) loont. Onderzoek wijst uit dat de baten hoger zijn dan de kosten. Zeker in het geval van werkende mantelzorgers.

Vraag3

Welke beleidsopties die genoemd worden bij de drie thema’s leveren volgens u een belangrijke bijdrage aan de houdbaarheid van ons zorgstelsel?
Thema 1: Preventie en gezondheid
- Beter faciliteren van mantelzorg.
- Krachtige sociale basis.
- Verduidelijken van de wettelijke taak van gemeenten om (de samenhang binnen) de publieke gezondheid te bevorderen. Om de samenhang binnen de publieke gezondheid te bevorderen kan in de wet daarnaast worden verankerd dat afstemming moet plaatsvinden met de domeinen ‘maatschappelijke ondersteuning’ (Wmo) , de langdurige zorg’ (Wlz) en de ‘curatieve zorg’ (Zvw).
- Aanvullende middelen voor gemeenten. Om gemeenten in staat te stellen goed uitvoering te geven aan de uitbreiding van taken en verantwoordelijkheden, kan de uitkering aan het Gemeentefonds worden vergroot.
- Preventiefonds. Een andere optie om de gewenste samenwerking tussen de zorgverzekeraars en gemeenten tot stand te brengen, is de inrichting van een regionaal preventiefonds. In een dergelijk fonds kunnen de financiers de beschikbare middelen bundelen en eventuele opbrengsten terug laten vloeien in het fonds (shared savings).

Thema 2: Organisatie en regie
- Regiobeelden: ‘vastleggen van verantwoordelijkheden’. Neem daar ook de ondersteuningsbehoeften van mantelzorgers in mee.
- Versterken van cliëntondersteuning.
- Meer ruimte voor zorgkantoren.
- Domeinoverstijgende samenwerking een duurzame basis geven.
- Vereenvoudiging van de overgang tussen domeinen/ prikkelwerking eigen bijdragen tegengaan.

Vraag4

Heeft u concrete suggesties om bepaalde opties nader te concretiseren en praktisch vorm te geven?
Ja, bij 1 (Preventie & Gezondheid) is de zwakte in het huidige systeem dat mantelzorgondersteuning vanuit de gemeente gedecentraliseerd beleid is. MantelzorgNL constateert dat decentralisatie tot te veel beleidsvrijheid leidt. We zien nu dat dat er iets ontbreekt: een minimum basisniveau waarover we het eens kunnen zijn, waar de minimale ondersteuning van mantelzorgers aan moet voldoen. Voorts zien we dat de kwaliteitsverschillen tussen gemeenten te groot aan het worden is.

Wij pleiten er daarom voor om bij pagina 17 ‘aanvullende middelen voor gemeenten’ de huidige middelen voor ondersteuning van mantelzorgbeleid te oormerken én dat er een minimum kwaliteitsniveau afgesproken moet worden voor de verschillende vraaggebieden waarop een gemeente een mantelzorger kan ondersteunen. Als dit geregeld is, kunnen snel stappen gemaakt worden om mantelzorgondersteuning op een hoger niveau te krijgen in Nederland en effectief te investeren in preventie én de positie van mantelzorgers.

Bij hoofdstuk 3 (coördinatie tussen domeinen): verbind de cliëntondersteuning nadrukkelijk aan de mantelzorger, wanneer deze in het spel is. Zie ook de mantelzorger als mens en deelnemer vanuit de informele zorg rondom de zorgvrager. Door gerichte ondersteuning van de mantelzorger (denk aan de mantelzorgmakelaar) kan de mantelzorger zijn of haar taken gericht doen. Onderzoek wijst uit dat investeren in een mantelzorgmakelaar meer baten oplevert.

Vraag5

Welke beleidsopties ontbreken er nog?
Bij thema 2 (Organisatie en Regie) vragen wij om de informele zorg op te nemen in de regie. Welke positie heeft de mantelzorger ten opzichte van de zorgvrager en de zorgprofessional? Helderheid hierin draagt bij aan goede samenwerking tussen formele zorg en de zorgvrager én om de mantelzorger op de juiste momenten de juiste ondersteuning te kunnen bieden.