Ontwerp-beleidsprogramma Klimaat

Reactie

Naam Anoniem
Plaats wageningen
Datum 13 juli 2022

Vraag1

Wat vindt u van het voorgestelde beleid in de sectoren industrie, elektriciteit, gebouwde omgeving, mobiliteit en landbouw en landgebruik (Hoofdstuk 3)?
In uw aanbiedingsbrief aan de TK geeft u aan: "Onze aarde warmt op, de zeespiegel stijgt en we krijgen steeds vaker te maken met extreem weer. Dit bedreigt ..... .... zien dat er genoeg mogelijkheden zijn voor actie." In het licht van uw wens onherstelbare en kostbare schade door klimaatverandering te willen voorkomen, is het opvallend dat klimaatadaptatie geen plek heeft in de klimaatwet of in het INEK (Integraal Nationaal Energie- en Klimaatplan 2021-2030), dat daarom ten onrechte de naam integraal draagt. Wereldwijd stijgen CO2-concentraties nog steeds. Actie om de emissie van broeikasgassen te beperken is daarom geboden. Daarnaast geven wetenschappers aan dat we ons moeten voorbereiden op het veranderende klimaat, omdat deze verandering vanwege de trage reactie van het klimaat op o.a. verhoogde CO2-gehaltes, ondanks eventueel mitigatie-succes, nog decennia zal doorgaan. Het is een omissie dat klimaatadaptatie geen plek heeft in de klimaatwet of in het INEK. Opname van klimaatadaptatie is nodig ten behoeve van o.a. samenhangend klimaatbeleid, tbv het voorkomen van lock ins door mitigatiemaatregelen en om te voorkomen dat mitigatiemaatregelen de adaptatie-opgave verder vergroten. Om de doelen van de klimaatmitigatie-opgave te bereiken is het niet alleen nodig om in te zetten op de energietransitie. Ook moet er ingezet worden op het circulair maken van de economie, die volgens sommige bronnen tot 45% kan bijdragen aan het behalen van de klimaatmitigatie-opgave. ( zie o.a.: https://www.wri.org/insights/how-circular-economy-can-help-nations-achieve-their-climate-goals ). Voorts is het nodig dat wij, burgers van Nederland, ons voedingspatroon aanpassen, ons reisgedrag aanpassen en ons koopgedrag aanpassen. Voor dit laatste is het op de eerste plaats nodig dat de overheid de gewenste verandering aanmoedigt met generieke maatregelen, bijvoorbeeld door de plantaardige eiwitbronnen voor de consument aanzienlijk goedkoper te maken dan dierlijke, door subsidies op kerosine af te schaffen, en producten te verbieden die niet repareerbaar zijn of met opzet een beperkte levensduur hebben of door het verbieden van reclame voor producten die ons niet alleen ongezond maken, maar ook niet duurzaam worden geproduceerd. Het is pervers de burger aan te spreken op zijn gedrag en daarnaast alle ruimte te geven aan het bedrijfsleven om de burger te exploiteren als verdienmodel en hem/haar te stimuleren tot niet duurzaam gedrag .

Vraag2

Wat vindt u van het voorgestelde beleid in de horizontale beleidsagenda's, waaronder de circulaire economie, het actieplan groene banen en de betrokkenheid van burgers bij het klimaatbeleid (Hoofdstuk 4)?
In Nederland heeft de hoogopgeleide randstedeling de meeste invloed op het beleid. Het instellen van burgerraden vergroot de invloed van hoogopgeleiden. Dat geldt volgens emeritus hoogleraar Andeweg voor alle inspraak .(https://www.trouw.nl/nieuws/de-kloof-tussen-kiezers-en-gekozenen-is-vooral-een-mythe~b443b7e2/ ) Uw voorstel zal de groeiende ongelijkheid in Nederland verder vergroten, evenals de maatschappelijke onrust die daarmee gepaard gaat.

Vraag3

Wat vindt u van de voorgestelde governance en uitvoering van het klimaatbeleid, waaronder de invullingen van de Rijksregie, de (wetenschappelijke) Klimaatraad en de inrichting van het brede maatschappelijke klimaatoverleg (Hoofdstuk 6)?
De klimaatraad zou (vergelijkbaar met de opmerking over de klimaatwet en het INEK) een evenwichtige deelneming moeten kennen tussen klimaatmitigatiedeelnemers en klimaatadaptatiedeelnemers. Vanuit klimaatmitigatie is o.a. deelname nodig door experts van respectievelijk de energietransitie, de circulaire economie, de kringlooplandbouw en een expert die de verantwoordelijkheid voor ons voedingspatroon, ons reisgedrag en ons koopgedrag niet neerlegt bij de individuele consument, maar weet hoe veranderingen van dat gedrag te bewerkstelligen zijn door systeem-veranderingen. Vanuit klimaatadaptatie is niet alleen deelname van experts vanuit de water(veiligheids)sector van belang, maar is deelname nodig van experts vanuit alle beleidssectoren die de gevolgen van klimaatverandering ondervinden, waaronder gezondheid, landbouw, natuur enzovoort; Er zijn (tenminste) drie Nederlandse wetenschappers die een plek verdienen in de raad en dat zijn Marjolijn Haasnoot, Maarten van Aalst en Robbert Biesbroek. Deelname aan de raad beperken tot deelname van de Deltacommissaris lijkt me geen goed plan, omdat hij binnen het klimaatadaptatiedossier de beleidssectoren vertegenwoordigd die (als onderdeel van het Deltaprogramma) als enige beschikken over middelen voor onderzoek en uitvoering (Deltafonds), over ondersteunende wetgeving, over een structurele aanpak, die kijkt op de lange termijn. De Deltacommissaris ziet kortom op een voor klimaatadaptatie bijzonder relevante beleidssector, maar het is slechts één van de beleidssectoren die getroffen worden door klimaatverandering, en bovendien één met een uitstekend adaptatievermogen, (wat (nog) niet geldt voor andere beleidssectoren). Daarnaast is het te prefereren om klimaatadaptatiewetenschappers zitting te laten nemen in de raad, in plaats van iemand die een politiek ambt bekleed. Ten slotte zou ik willen aanbevelen een expert deel te laten nemen, die weet hoe hij/zij de weerstand van de politiek (TK, kabinet, rijk) tegen verandering moet aanpakken. Mocht het lukken dat goed te adresseren, kunt u vervolgens kijken hoe het zit met de weerstand die de burger zou hebben tegen verandering.

Vraag4

Welke mogelijkheden ziet u om het beleid opgenomen in het beleidsprogramma te verbeteren en/of te versnellen?
Zoals bij de vorige vragen aangegeven, kunt u mijns inziens onmogelijk spreken van integraliteit als u een deel van het klimaatdossier weglaat. Te gebruiken bronnen aanvullen met klimaatadaptatiebronnen, zoals de Nationale klimaatrisico- en -impactanalyse. Versnelling is een goed plan, maar zorg ervoor dat dit niet leidt tot vergroting van het adaptatiegat. Dat laatste is zal de samenleving in de toekomst op hoge kosten jagen.