Wijzigingsbesluit omgevingsrecht (verbetering vergunningverlening, toezicht en handhaving)
Reactie
Naam
|
reactie op persoonlijke titel (drs. ing. R. Sloof)
|
Plaats
|
Almere
|
Datum
|
17 november 2015
|
Vraag1
Heeft u opmerkingen op het ontwerpbesluit tot wijziging van het besluit omgevingsrecht en de nota van toelichting?
Inspectieview
Ik vraag me af of deze wijziging van het BOR in strijd is met regels over aanbesteding. Dat zal niet geval zijn, maar er wordt in dit besluit een specifiek stuk software aangewezen als tool voor omgevingsdiensten. Een (misschien beter) alternatief lijkt niet mogelijk.
Verder wordt door de Rijksoverheid (zie het einde van de concept nota van toelichting) met dit besluit geregeld dat omgevingsdiensten aansluiten op inspectieview. Vervolgens krijgt het bevoegd gezag aansluit- en jaarlijkse beheerkosten voor haar rekening (beheer is 10.000,00 per omgevingsdienst en aansluitkosten is afhankelijk van eigen systeem). Het besluit leg dus kosten bij gemeenten neer, zonder dat zij daar zelf invloed op kunnen uitoefenen. Dit is niet opgevangen met de eenmalige storting van 25 miljoen in het gemeentefonds, omdat dit gaat om jaarlijks te maken kosten.
Toevoeging bijlage IV
De toevoeging van bijlage IV aan het besluit omgevingsrecht maakt het in deze vorm erg onduidelijk.
De bijlage benoemd een aantal categorieën van zaken die behoren bij de taken van de omgevingsdienst.
Vervolgens wordt verwezen naar de Wabo, maar ook naar bijlage I van het BOR waar categorie indelingen staan benoemd (namelijk categorien van milieuinrichtingen).
Dit alles maakt het een grote puzzel om te bepalen wat nu onder basistakenpakket valt op basis van het BOR.
Bovendien is het moeilijk te herleiden of het besluit volledig in overeenstemming is met de package deal.
Artikel verwijzingen
Het besluit moet nog worden gecheckt op duidelijke artikelverwijzingen.
Als voorbeeld:
Waar in artikel 7.3 lid 1 en gesproken wordt over het “tweede lid” en “eerste lid” wordt bedoeld: het “tweede lid van artikel 7.2” en “het eerste lid van artikel 7.2”.