Wijziging van de regeling bodemkwaliteit (normdocumenten) en enkele andere ministeriële regelingen
Reactie
Naam
|
Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (C Overmars)
|
Plaats
|
Zaandam
|
Datum
|
24 juni 2016
|
Vraag1
Heeft u opmerkingen op de ontwerpwijziging van de regeling bodemkwaliteit en de nota van toelichting?
L.s.,
hierbij enkele vragen naar aanleiding van de ontwerpwijziging:
1
Essentiele eisen:
In de betiteling, evenals de toelichting wordt gesproken over een beperking van het publiekrechtelijk toezicht. Daarbij wordt in de uitleg toegespitst op Inspectie LenT. Echter de term publiekrechtelijk treft ook de lokale bevoegde gezagen. Uit een toelichting van ILenT begrijp ik dat de beperking ook alleen is afgestemd met en bedoeld is voor werkzaamheden van ILenT. Graag verduidelijking dat de lokale bevoegde gezagen waar noodzakelijk in hun beoordeling en handhaving volledig kunnen blijven gebruik maken van de artikelen 15 en 18.
2
Hoe om te gaan met toezicht en handhaving op conflicterende CPR-richtlijnen, zolang deze formeel uit de Rbk zijn gehaald?
Op welke wijze ziet het ministerie deze overgangsperiode ingevuld worden? Het is niet aanbevelenswaardig dat iedere lokaal bevoegd gezag hier een eigen invulling aan moet gaan geven (toepassing handhaving/opstellen gedoogbeleid/etc.).
3
Ten aanzien van onder meer de BRL9313 is sprake van een aanpassing middels een wijzigingsblad. In de toelichting wordt niet gesproken dat sprake is van een wijzigingsblad, maar dat eerdere versies van de richtlijn zijn vervallen. Volgens het KIWA zijn er geen nieuwe versies. Wat wordt nu bedoeld? De versie 2012 is, in combinatie met het wijzigingsblad toch nog steeds van kracht?
Ik zie uw reactie graag tegemoet.