Energiewet

Reactie

Vraag1

Ik had mijzelf eigenlijk voorgenomen mijzelf niet tot een reactie te laten verlokken, maar het onrecht dat door deze wet wordt gecreëerd is wel heel erg groot. De meest prominente, zo niet de enige, wijziging die deze wet omvat (b)lijkt namelijk te bestaan uit het onbeperkt belonen van investeerders in door de overheid als zijnde `groen` aangemerkte energievormen. Ik identificeer hierbij de volgende problemen:

1. Overbeprijzing door monopoliehouders
2. Misbruik door gebrek aan toetsing
3. Verplichting om onverkoopbare energie af te nemen

Ik concludeer hiermee dat deze wet de consument ernstig benadeelt en dat hierin een uiterst dubieuze rol is toegekend aan de ACM welke juist de rechten van de consument behoort te waarborgen. Ik begrijp prima dat het voor sommige politici belangrijk is om met hoge(re) winstverwachting investeerders voor hun `groene` agenda aan te trekken, maar constateer tegelijkertijd dat deze zelfde politici zich veelal richten op de minder gefortuneerde doelgroep welke in deze wet als beoogd betaler is aangewezen. Deze doelstellingen lijken mij onverenigbaar en ik verzoek hiermee tot bezinning en geef mee dat met de nieuwste generatie gas+stoom gecombineerde elektriciteitsopwekkers rendementen van meer dan 60 procent mogelijk zijn. Tot 80 procent zelfs wanneer restwarmte wordt toegepast voor warmtenetten. Dit levert een directe reductie in emissies op van 30 tot 50 procent, maar omdat deze rendementen uitsluitend worden behaald bij een continue afgifte is de voorwaarde wel dat deze centrales voorrang moeten hebben op het energienet, dus ook over de in het concept als preferent aangemerkte bronnen zon en wind welke tot op heden niet verder komen dan 6 procent en als onderdeel van de totale vraag afnemend(!) zijn ten gevolge van de toename van grote energieslurpers als elektrische voertuigen. Met nucleair behaal je op deze basis uiteraard een 100 procent reductie, maar dat is als doel op dit moment overduidelijk nog iets te ver verwijderd van de huidige symboolpolitiek.

Nadere toelichting in de bijlage

Bijlage