AMvB invoering minimum en maximum instellingscollegegeld

In deze AMvB wordt een grondslag in het Uitvoeringsbesluit WHW opgenomen om bij ministeriële regeling de hoogte en berekeningswijze vast te stellen van het maximumtarief instellingscollegegeld voor EER-studenten en het minimumtarief instellingscollegegeld voor niet-EER-studenten. Deze grondslag heeft tevens betrekking op het instellingscollegegeld voor studenten aan de Open Universiteit. Daarnaast wordt de wijze van de jaarlijkse indexatie van deze tarieven vastgesteld.

Consultatie gegevens

Publicatiedatum 03-12-2019
Einddatum consultatie 16-01-2020
Status Gesloten
Type consultatie AMvB
Organisatie Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Keten-ID 10455
Onderwerpen Hoger onderwijs

Publicatie reacties

Reacties worden gepubliceerd tijdens de loop van de consultatie. Alleen die reacties worden gepubliceerd waarvan is aangeven, door de inzender, dat deze openbaar mogen zijn.

Doelgroepen die door de regeling worden geraakt

Ho-studenten en HO-instellingen

Verwachte effecten van de regeling voor de doelgroepen

Afhankelijk van huidige en toekomstige keuzes van instellingen ten aanzien van de hoogte van het instellingscollegegeld kunnen de collegegeldinkomsten voor HO-instellingen wijzigen (stijgen/dalen) en kan de hoogte van het instellingscollegegeld voor studenten wijzigen.

Waarop kunt u reageren

Er mag op alle onderdelen worden gereageerd.

Downloads

  • Concept regeling

    Besluit van tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit WHW 2008 in verband met de invoering van een minimum- en maximuminstellingscollegegeld

Integraal Afwegingskader voor beleid en regelgeving (IAK)
Toelichting op IAK vragen