Belasting op luchtvaart

Reactie

Naam particulier (dhr W Teeuwen)
Plaats Haarlem
Datum 23 augustus 2018

Vraag11

Algemeen

11. Bereik van een vliegbelasting
In vrijwel alle varianten van een belasting op luchtvaart moet worden bepaald welke vliegtuigen in de heffing worden betrokken en wie belastingplichtig zijn. De vliegticketbelasting die in de periode van 1 juli 2008 tot en met 30 juni 2009 in Nederland werd geheven gold bijvoorbeeld niet voor de kleinste vliegtuigen en werd geheven van de vijf grotere Nederlandse luchthavens. Daarmee kon voor de heffing van deze belasting worden aangesloten bij de bestaande structuur van heffingen door de luchthavens zelf. Maar ook andere keuzes zijn denkbaar.

Vraag 11
Zijn er op dit punt zaken die u nog onder de aandacht zou willen brengen wanneer het kabinet opnieuw een belasting op luchtvaart zou invoeren?
In plaats van het straffen van de Europese luchtvaartsector zouden de lidstaten en de Europese instellingen veel meer moeten inzetten op maatregelen waarmee daadwerkelijk de CO2-uitstoot gereduceerd wordt. De lidstaten en de Europese instellingen moeten na jaren van praten eindelijk eens komen tot een Europees luchtruim (Single European Sky). Nu moeten luchtvaartmaatschappijen in een gefragmenteerd luchtruim vaak op een korte vlucht al tientallen kilometers omvliegen met veel bijkomende CO2-uitstoot tot gevolg. Een Europees luchtruim zou tot 10 procent CO2-uitstoot kunnen reduceren! Ook moeten de lidstaten in gezamenlijkheid met de Europese instituties zich meer inzetten voor het verbeteren van Europese treinverbindingen op afstanden tot circa 500 kilometer. Deze treinverbindingen zijn nu vaak tijdrovend en inefficiënt en daarmee geen volwaardig alternatief van vluchten op de korte afstand. Schiphol, KLM en NS maken zich hier terecht hard voor. Tot slot moeten lidstaten (mogelijk in Europees verband) zich vol inzetten op het faciliteren van de productie en het gebruik van duurzame luchtvaartbrandstoffen.