Wijziging Opiumwet vanwege nieuwe psychoactieve stoffen
Reactie
Naam
|
Tom Kiel
|
Plaats
|
Hilversum
|
Datum
|
20 april 2020
|
Vraag1
Graag vernemen wij uw reactie op het conceptwetsvoorstel tot wijziging van de Opiumwet.
Het grootste gevaar van dit wetsvoorstel is dat straks niet meer duidelijk is wat strafbaar en wat niet, en dat verdenking en veroordeling steeds dichterbij elkaar zullen komen te liggen. Dat zal met name het geval zijn wanneer het stofgroepenverbod gecombineerd gaat worden met Opiumwet artikel 11a, wat ook al een zeer breed gedefinieerd wetsartikel is. De combinatie van de nieuwe Opiumlijst 1a en het bestaande Opiumwet artikel 11a levert een strafbaarstelling van voorbereidende handelingen voor de productie, de vervoer of de handel op zichzelf al strafbaar zijn. Dit zal voor een groot aantal bedrijven een probleem vormen: want hoe bewijs je dat je geen voorbereidingen aan het treffen was voor iets wat je niet van plan was?
Deze wet is schieten met een kanon op een mug. Er zijn in Nederland slechts enkele tientallen incidenten per jaar met ongereguleerde nieuwe psychoactieve stoffen. Voor die enkele tientallen incidenten, doorgaans zonder dodelijke afloop, wordt straks een draconische maatregel genomen die ervoor zorgt dat wetenschappelijk onderzoek wordt gefrustreerd, jongerencultuur onderdrukt, vrijheden afgepakt, de rechtsgang uitgehold en de openbare orde en veiligheid van criminele activiteiten voorzien. Het vooruitzicht is bovendien niet dat criminaliseren ineens alle nieuwe psychoactieve stoffen zullen doen verdwijnen. In buitenlanden is die handel verschoven naar darkwebs, en meer klassieke verboden drugs zoals methamfetamine of MDMA.
De minister heeft op dit moment al voldoende gelegenheid om middelen te verbieden. Met slechts een enkele Algemene Maatregel van Bestuur kan de staatssecretaris een middel besluiten. Er is dus formeel slechts een dag nodig voor het nemen van adequate maatregelen, mocht er een middel op de markt verschijnen dat zo verschrikkelijk gevaarlijk is dat het een dergelijk spoedbesluit vereist.
In dit wetsvoorstel is een paragraaf opgenomen waarin staat dat de minister per Algemene Maatregel van bestuur een hele stofgroep kan verbieden. Dat geeft de minister of staatssecretaris een onacceptabele beleidsvrijheid, die zich te makkelijk laat lenen voor misbruik. Met een dergelijk wetsartikel zou een staatssecretaris met één document water kunnen verbieden. Dat is hoe breed de reikwijdte van dit wetsvoorstel nu is geformuleerd.