wijziging Regeling energie vervoer ivm UER's en scheepvaart 2021
Het ministerie van IenW bereidt een wijziging voor van de Regeling energie vervoer:
1 In de regeling wordt de inzet van biobrandstoffen in zeevaart uitgesloten, waarbij het voornemen is de inzet van geavanceerde biobrandstoffen in zeevaart wel toe te staan. Conform voornemens uit Kamerstuk 34717-8.
2 De mogelijkheid om met exploitatiereductie-eenheden te voldoen aan de broeikasgasemissiereductieverplichting wordt doorgezet in verband met de overgang naar nieuwe wettelijke regels per 1-1-‘22.
Consultatie gegevens
Publicatiedatum | 29-10-2020 |
---|---|
Einddatum consultatie | 26-11-2020 |
Status | Regeling in werking getreden |
Type consultatie | Ministeriële regeling |
Organisatie | Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat |
Keten-ID | 12132 |
Onderwerpen | Energie Lucht |
Publicatie reacties
Reacties worden gepubliceerd tijdens de loop van de consultatie. Alleen die reacties worden gepubliceerd waarvan is aangeven, door de inzender, dat deze openbaar mogen zijn.
- Verslag over de resultaten van de consultatie
Resultaten en bevindingen van de consultatie
Doelgroepen die door de regeling worden geraakt
• Brandstofleveranciers van benzine en diesel (leveranciers tot eindverbruik);
• Leveranciers van hernieuwbare energiedragers (inboekers, met name van hernieuwbare energie aan zeevaart);
• Gebruikers van benzine en diesel;
• Tankstationhouders (indien er nieuwe brandstoffen moeten worden aangeboden);
• Investeerders in nieuwe infrastructuur
• De Nederlandse Emissieautoriteit (NEa).
Met de regelgeving energie vervoer wordt primair beoogd om nationale en Europese Klimaatverplichtingen te realiseren dan wel daar significant aan bij te dragen met het verduurzamen van met name wegtransport. De verplichting, en de kosten, om dit doel te realiseren zijn gelegd bij de brandstofleveranciers van benzine en diesel aan voornamelijk wegtransport. Het Kabinet heeft er ook voor gekozen om zeevaart en luchtvaart vrijwillig onderdeel te maken van de systematiek. Deze sectoren hebben geen verplichting maar inzet van hernieuwbare energie in deze sectoren kan omgezet worden tot een verhandelbare eenheid (HBE) die verkocht of ingezet kan worden door de brandstofleveranciers aan wegvervoer; de partijen met een verplichting. Deze mogelijkheid was voorzien om ervaring op te doen met het bijmengen in de zeevaart en luchtvaart, vanuit de gedachte om op beperkte schaal biobrandstof in te zetten met het oog op toekomstige afspraken in internationaal verband.
Verwachte effecten van de regeling voor de doelgroepen
Effect op doelstellingen:
De hoogte van het percentage van de jaarverplichting voor 2021 wordt geregeld in het Besluit energie vervoer. Brandstofleverancier van benzine en diesel moeten deze jaarverplichting met hernieuwbare brandstofeenheden voldoen, die afkomstig zijn van de leveranciers van hernieuwbare energiedragers. Voor zover de hernieuwbare energiedragers aan zeevaart geleverd zijn, tellen in 2021 alleen nog geavanceerde hernieuwbare biobrandstoffen (RED II bijlage IX lijst A) mee onder deze regelgeving.
Geen effecten voor het toezicht. Het betreft voortzetting van de al bestaande taken van de NEa.
Effecten voor Bedrijven:
Alhoewel een aantal bedrijven effecten kunnen ondervinden, is er geen eenduidig effect aan te wijzen voor de bedrijven vanwege de grote variëteit in de markt betreft type energiedragers, grondstofbasis en sector. Op hoofdlijnen heeft deze wijziging een positief effect op partijen die investeren in geavanceerde hernieuwbare brandstoffen in wegvervoer. Dit zijn ook de brandstoffen waaruit groei moet komen om de afspraken uit het Klimaatakkoord in 2030 te realiseren. Anderzijds betekent het een beperking van afzetmogelijkheden van niet-geavanceerde hernieuwbare brandstoffen in zeevaart in dit instrument.
Geen effecten voor de NEa. Het betreft voortzetting van de al bestaande taken.
Effect voor de consument:
Geen wijzigingen ten opzichte van de bestaande regelgeving voor wegvervoer, binnenvaart en luchtvaart. De consument in de zeevaartsector, de internationale schepen, kunnen enkel nog geavanceerde hernieuwbare brandstoffen concurrent aangeboden krijgen ten opzichte van fossiel omdat de meerkosten gedekt worden door de verhandelbare eenheid (HBE) die de brandstofleveranciers aan wegvervoer betalen. Andere soorten geleverde hernieuwbare energie, zoals uit gebruikt frituurvet, vallen dan buiten deze systematiek en wordt niet beloond met een HBE.
Voor het milieu:
Geen wijzigingen ten opzichte van bestaand beleid.
Waarop kunt u reageren
U kunt tot en met 26 november 2020 via deze website reageren op alle onderdelen van de regeling en de toelichting.
Downloads
- Concept regeling
wijziging Regeling energie vervoer ivm UERs en scheepvaart 2021
Integraal Afwegingskader voor beleid en regelgeving (IAK)
Toelichting op IAK vragen
Uitleg over wat IAK vragen zijn
Sluiten
Uitleg over wat IAK vragen zijn
Sluiten- IAK
Beantwoording IAKvragen aanpassing Regeling energie vervoer kalenderjaar 2021
Externe bronnen
Te wijzigen regeling Regeling energie vervoer
Bron: wetten.overheid.nlKamerstuk 34717, nr 8
Bron: zoek.officielebekendmakingen.nlpublicatie in de Staatscourant
Bron: zoek.officielebekendmakingen.nl