Regeling houdende wijziging van de Tabaks- en rookwarenregeling
Reactie
Naam
|
Philip Morris Benelux (PJH van den Driest)
|
Plaats
|
Den Haag
|
Datum
|
2 september 2017
|
Vraag1
Wat vindt u ervan dat online verkooppunten vanaf 2022 uitsluitend tekstueel rookwaren voor verkoop mogen aanbieden?
Wij zijn van mening dat online verkooppunten waar uitsluitend rookloze alternatieven voor traditionele rookwaren voor verkoop worden aangeboden uitgezonderd zouden dienen te worden van deze maatregel. Dit standpunt moet gezien worden in het kader van ons pleidooi voor harm reduction als aanvullende pijler onder het tabaksontmoedigingsbeleid van de overheid. Dit houdt in dat volwassen rokers die anders zouden blijven roken worden aangemoedigd om over te stappen op rookloze alternatieven zoals elektronische sigaretten en tabaksproducten waarbij tabak wordt verwarmd in plaats van verbrand. Zo kunnen de schadelijke gevolgen van tabaksgebruik aanzienlijk worden beperkt. Het toepassen van dezelfde regels op alle tabaksproducten, ongeacht hun risicoprofiel is daarentegen niet in het belang van de volksgezondheid.
Wij verwijzen u graag naar onze reactie op de Consultatie houdende wijziging van het Tabaks- en rookwarenbesluit, waarin wij onze uitgangspunten ten aanzien van harm reduction uitvoerig hebben gemotiveerd (zie Annex, nr 3).
Vraag2
Wat vindt u ervan dat in lijn met het uitstalverbod het voor speciaalzaken niet meer is toegestaan rookwaren in de etalage uit te stallen?
Wij zijn van mening dat speciaalzaken waar uitsluitend rookloze alternatieven voor traditionele rookwaren voor verkoop worden aangeboden uitgezonderd zouden dienen te worden van deze maatregel. Dit standpunt moet gezien worden in het kader van ons pleidooi voor harm reduction als aanvullende pijler onder het tabaksontmoedigingsbeleid van de overheid. Dit houdt in dat volwassen rokers die anders zouden blijven roken worden aangemoedigd om over te stappen op rookloze alternatieven zoals elektronische sigaretten en tabaksproducten waarbij tabak wordt verwarmd in plaats van verbrand. Zo kunnen de schadelijke gevolgen van tabaksgebruik aanzienlijk worden beperkt. Het toepassen van dezelfde regels op alle tabaksproducten, ongeacht hun risicoprofiel is daarentegen niet in het belang van de volksgezondheid.
Wij verwijzen u graag naar onze reactie op de Consultatie houdende wijziging van het Tabaks- en rookwarenbesluit, waarin wij onze uitgangspunten ten aanzien van harm reduction uitvoerig hebben gemotiveerd (zie Annex, nr 3).
Vraag3
Wat vindt u van het voorstel dat het zelf pakken van rookwaren uit bijvoorbeeld zogenaamde graaibakken niet meer is toegestaan vanaf 2022?
Wij ondersteunen deze maatregel.
Vraag4
Wat vindt u van de nadere eisen aan verpakkingseenheden en buitenverpakkingen van sigaretten, shagtabak, (water)pijptabak en cigarillo's?
Zie Annex (nr. 1 + nr. 2)
Vraag5
Wat vindt u van de uitvoerbaarheid van de nieuwe regels over de elektronische sigaret zonder nicotine (EZN)?
Hier hebben wij geen commentaar op aangezien dergelijk producten geen deel uitmaken van onze portfolio.
Vraag6
Wat vindt u van de uitvoerbaarheid van de nieuwe regels over nieuwe of gewijzigde producten?
Philip Morris Benelux ondersteunt de voorgestelde verplichting om bij kennisgeving van een nieuwsoortig tabaksproduct overeenkomstig artikel 4.5 van het Tabaks- en Rookwarenbesluit 6 maanden voor de beoogde datum van het in de handel brengen, eveneens een exemplaar van dit product op te sturen aan het RIVM. Aangezien het gaat over producten die daadwerkelijk voor de eerste keer op de markt worden gebracht, zien wij hierin een meerwaarde. Gelet op de complexe processen en termijnen die gepaard gaan met het ontwikkelen van deze innovatieve producten is het in de regel echter slechts mogelijk om samen met de kennisgeving een representatief ontwerpproduct te verschaffen.
Wij begrijpen dat de nieuwe regels eveneens betrekking zouden hebben op het opsturen van (i) de fysieke producten die vallen onder de ingrediënten en emissie rapportering van Artikel 5 van de Tabaksproductenrichtlijn/Artikel 4.1 van het Tabaks- en Rookwarenbesluit en (ii) ‘’nieuwe’’ verpakkingen. Wij kunnen ons hier niet in vinden, aangezien de complexiteit en de administratieve lasten voor de industrie (en overheid) enorm zouden worden verhoogd. Al deze producten/verpakkingen zouden bovendien dienen te worden toegezonden binnen een redelijke termijn vooraleer ze op de markt worden gebracht. Bij een redelijke termijn moet aldus de Tabakswet worden gedacht aan ongeveer vier maanden indien het gaat om een hele serie producten en één maand indien het slechts gaat om één product . In veel gevallen zijn deze producten/verpakkingen echter nog niet gereed 4 maanden/1 maand vooraleer ze op de markt worden gebracht. Het is ons in dit kader overigens niet duidelijk wat precies moeten worden verstaan onder het concept ‘’nieuwe’’ verpakking. Zo leidt bijvoorbeeld elke wijziging van een gezondheidswaarschuwing of een EAN code tot de productie van een nieuwe verpakking.
Uiteraard zijn wij steeds bereid om de nodige producten/verpakkingen over te maken op vraag van de overheid, waardoor zowel de administratieve lasten voor de industrie als voor de overheid werkbaar blijven.
Wij zien er een meerwaarde in om éénmalig het volledige portfolio op welke de nadere verpakkingseisen van toepassing worden ter kennisgeving op te sturen aan het RIVM. Zo kan er voor worden zorggedragen dat er uniformiteit ontstaat over de correcte interpretatie van de regels aangaande de nadere verpakkingseisen.
Bijlage