Regeling goed verhuurderschap

Reactie

Vraag1

Huurders moeten beter geïnformeerd worden over de huurbescherming die zij hebben, door informatie te verstrekken over:
1) De wijze waarop een verhuurder de huurovereenkomst kan beëindigen, waarbij een verhuurder toestemming nodig heeft van de kantonrechter indien de huurder niet akkoord gaat met de opzegging ingevolge artikel 7:271 e.v. BW;
2) De opzegtermijnen genoemd in artikel 7:271, vijfde lid, BW;
2) De opzeggingsgronden genoemd in artikel 7:274 BW.

Huurders moeten geïnformeerd worden over de mogelijkheid om de aanvangshuurprijs binnen 6 maanden te laten toetsen door de huurcommissie ingevolge artikel 7:249 BW.

Huurders moeten geïnformeerd worden over de regeling van de opnamestaat zoals bedoeld in artikel 7:224 BW. Indien een verhuurder geen opnamestaat aan het begin van de huurovereenkomst heeft opgemaakt en verstrekt aan de huurder, is het de verantwoordelijkheid van de verhuurder om aan te tonen dat eventuele schade is veroorzaakt door de huurder. Dit in het kader van het terugkrijgen van de waarborgsom.

Huurders moeten geïnformeerd worden over het feit dat zij niet verplicht zijn om onredelijk hoge contractskosten te betalen aan hun verhuurder.

Huurders moeten geïnformeerd worden over de mogelijkheid om bezwaar te maken op een voorstel huurverhoging van de verhuurder ingevolge artikel 7:253 BW. Ook dat de huurprijs van sociale huurwoningen niet mag worden verhoogd tot boven de maximale grens die volgens het WWS is vastgesteld.

Vraag2

Er moet een algemene bijlage komen waarin alle rechten en plichten van huurders (die een verhuurder op grond van de informatieverstrekkingsplicht aan hun huurders moeten mededelen) in begrijpelijke taal worden uitgelegd. Verhuurders kunnen deze toevoegen aan hun huurovereenkomsten. Dit zorgt ervoor dat huurders standaard goed worden geïnformeerd over de rechten en plichten die zij hebben, alle huurders worden op dezelfde wijze geïnformeerd en dit voorkomt extra administratieve lasten voor verhuurders.

Vraag3

De onderhoudsplicht van verhuurders opnemen in artikel 2 Wet goed verhuurderschap en niet enkel bij de gebiedsgerichte verhuurvergunning. Hierdoor worden alle huurders beter beschermd tegen verhuurders die hun panden niet of zeer slecht onderhouden. Door de onderhoudsplicht onder de basisnorm van goed verhuurderschap te laten vallen, kunnen gemeenten handhaven wanneer verhuurders weigeren slecht onderhoud aan te pakken.

Verhuurders die overeenkomstig de Wet goed verhuurderschap handelen moeten een schildje krijgen waarmee huurders zien dat zij een goed verhuurder zijn. Dit schildje kan een verhuurder bijvoorbeeld op zijn kantoor of zijn woon- of verblijfsruimten die hij verhuurt hangen. Een verhuurder die een schildje heeft, wordt aantrekkelijker om van te huren dan een verhuurder zonder schildje. Het schildje moet worden ingetrokken wanneer een verhuurder de wettelijke regels overtreedt.

Kleinere gemeenten moeten met elkaar samenwerken of zich onder kunnen brengen bij grotere gemeenten in het kader van het verplichte meldpunt. Er komt dan een meldpunt voor bepaalde regio en niet voor iedere gemeente afzonderlijk. Dit om er zeker van te zijn dat een meldpunt van een kleinere gemeente even effectief is als een meldpunt van een grotere gemeente en andersom. Ook voorkomt dit dubbele kosten, etc.