Wet vrij en veilig onderwijs

Iedereen die op school zit of aan een instelling studeert, ouders van leerlingen, iedereen die op een school of instelling werkt, iedereen die met scholen of instellingen te maken heeft.

1. Scholen krijgen de plicht om de veiligheid van hun personeel in beeld te krijgen.
2. Scholen krijgen de plicht om onveilige situaties die zich bij hen op school voordoen bij te houden in hun administratie.
3. Scholen krijgen de plicht om ernstige onveilige situaties te melden bij de Inspectie van het Onderwijs.
4. Onderwijspersoneel hebben nu al de plicht om een melding te maken bij het schoolbestuur wanneer zij vermoeden dat er sprake is van seksueel misbruik. Deze plicht wordt uitgebreid naar seksuele intimidatie. Wanneer schoolbesturen zo’n vermoeden hebben, hebben zij de plicht om in gesprek te gaan met de vertrouwensinspecteur om te bepalen of het gaat om een strafbaar feit. Deze plicht om te overleggen met de vertrouwensinspectie wordt ook uitgebreid naar seksuele intimidatie. De aangifteplicht die besturen nu al hebben, wanneer uit het overleg komt dat er mogelijk sprake is van seksueel misbruik geldt alleen voor gevallen dat het een minderjarige betreft. De bovenstaande plichten en ook de aangifteplicht voor seksueel misbruik worden uitgebreid naar meerderjarigen. De uitbreiding van de aangifteplicht van seksueel misbruik naar meerderjarigen zal ook van toepassing zijn in het hoger onderwijs en het mbo.
5. Scholen krijgen de plicht een vertrouwenspersoon te hebben. Tenminste één binnen de school en één buiten de school.
6. Scholen krijgen de plicht om aan te sluiten bij een landelijke klachtencommissie. Deze commissies geven een oordeel of een klacht terecht is en geven advies over hoe de klacht opgelost kan worden.
7. Scholen krijgen de plicht om hun veiligheidsbeleid jaarlijks te evalueren.

Omdat het lastig kan zijn te begrijpen wat er wel of niet gemeld moet worden, staan hier een aantal voorbeelden. Let op! Naast deze voorbeelden zijn er nog meer incidenten die gemeld moeten worden.

Voorbeelden van onveilige situaties die de school moet bijhouden:

• Een leerling, ouder of personeelslid maakt discriminerende of racistische opmerkingen.
• Een vuilnisbak wordt in brand gestoken.
• Een leerling heeft of handelt in drugs op school.
• Er is een vechtpartij tussen een ouder, leraar of leerling met blauwe plekken tot gevolg.
• Een ouder bedreigt een leraar of mentor.

Voorbeelden van onveilige situaties die de school direct moet melden bij de Inspectie:

• Iemand wordt in elkaar geslagen en heeft medische hulp nodig.
• Iemand wordt zo erg gepest op school dat het slachtoffer (zelf aangebrachte) verwondingen krijgt.
• Iemand neemt een vuurwapen mee naar school.
• Er vindt een schietpartij plaats dicht bij de school waardoor leerlingen bang zijn naar huis te gaan.
• Er is een gangcultuur op school die ervoor zorgt dat leraren en leerlingen bang zijn naar school te komen.

Voorbeelden van zedenmisdrijven of seksuele intimidatie die de school moet melden bij de vertrouwensinspecteur:

• Een leraar stuurt seksuele of verleidende berichten naar een leerlingen, bijvoorbeeld: “wat zag je er vandaag mooi uit in de les”.
• Een leraar raakt een leerling aan op een seksuele manier of op intieme plekken. Bijvoorbeeld het strelen van een schouder, of het aanraken van de geslachtsdelen.

• Wetsvoorstel (260 kB) PDF
  Downloaden Wetsvoorstel
• Memorie van toelichting (1,6 MB) PDF
  Downloaden Memorie van toelichting
• Beantwoording IAK-vragen (60 kB) PDF
  Downloaden Beantwoording IAK-vragen