wet natuur

Reactie

Naam Ir. JM Keemink
Plaats Velp (Gld)
Datum 7 november 2011

Vraag1

(1) Dragen de voorgestelde wijzigingen ten opzichte van de huidige natuurwetgeving bij aan de balans tussen ecologie en economie?
(2) Is het voorliggende wetsvoorstel voor de praktijk duidelijk en uitvoerbaar?
(3) Heeft u verder nog opmerkingen over de inhoud van het wetsvoorstel en de toelichting?
Stop de afbraak van natuurbescherming!

1) Nee. Het voorstel voor de nieuwe Natuurwet voorziet in veel minder bescherming voor vogels en andere natuurwaarden in Nederland. Het gaat niet verder dan het minimum dat vereist wordt op grond van het Europese recht en laat daarmee alle nationale ambities voor natuurbescherming vallen. In ons dichtbevolkte land is echter een ijzersterke natuurwet nodig die bescherming biedt aan ons nationale natuurlijk erfgoed, omdat de druk vanuit economisch belang veel groter is dan in dunner bevolkte landen. De natuur zelf kan die concurrentie niet aan, dus moeten mensen met verantwoordelijkheidsgevoel voor de lange termijn het doen. “Aanvullend nationaal natuurbeschermingsrecht blijft noodzakelijk om natuurwaarden goed te beschermen.” De ontwikkeling van een overheid die de natuur ruimhartig beschermt, naar een overheid die natuurbeleid reduceert tot iets wat vooral hinderlijk is, is volstrekt onwenselijk. Natuurbehoud waar mogelijk, de kosten zijn verwaarloosbaar. De nationale overheid moet het kader scheppen. Er is al te veel onnodig verloren gegaan, denk aan de aanleg van autosnelwegen over de Veluwe. Achteraf gezien had dat veel beter gekund. Maak wetgeving die daarvoor kaders aan geeft, zoals bijvoorbeeld ter voorkoming van de aanleg van de verlengde A15 door het Rijnstrangengebied.

(2) Het wetsvoorstel creëert op veel punten meer onduidelijkheid voor burgers, bedrijfsleven, en bestuurders. Verschillende passages in de wet kunnen op meerdere manieren worden uitgelegd. Zoals de bepaling dat verstoring van vogels alleen nog verboden is als het ‘van wezenlijke invloed is op de staat van instandhouding van de desbetreffende vogelsoort’. Zo’n formulering laat te veel ruimte voor interpretatie.

(3) A. Het aantal bejaagbare vogelsoorten wordt uitgebreid met grauwe gans, kolgans en smient. Soorten waar Nederland een internationale verantwoordelijkheid voor draagt omdat een substantieel deel (bijvoorbeeld smient 50%, kolgans 70%) van de Europese populatie in Nederland broedt of overwintert. Deze soorten moeten niet als bejaagbare soorten worden aangewezen.

B. Natuurgebieden die niet onder Europese regels vallen, worden niet meer beschermd door het Rijk. Met andere woorden; de nationale overheid gooit natuurbescherming over de schutting.