wet natuur

Reactie

Naam A.K. Denneman
Plaats de Stapel
Datum 17 november 2011

Vraag1

(1) Dragen de voorgestelde wijzigingen ten opzichte van de huidige natuurwetgeving bij aan de balans tussen ecologie en economie?
(2) Is het voorliggende wetsvoorstel voor de praktijk duidelijk en uitvoerbaar?
(3) Heeft u verder nog opmerkingen over de inhoud van het wetsvoorstel en de toelichting?
1. De voorgestelde wijzigingen maken de bescherming van natuur vergaand ondergeschikt aan die van economisch gewin en electoraal opportunisme. dat kan en mag de bedoeling niet zijn!
2. Het wetsvoorstel leidt door de gedecentraliseerde uitvoering en verantwoordelijkheid tot inconsistenties in interpretatie en beleid en daarmee tot rechtsonzekerheid en rechtsongelijkheid; een stroom van juridische procedures zal het directe gevolg zijn van de hierdoor onvoorspelbare en ongestructureerde uitvoeringspraktijk. Internationale verantwoordelijkheden worden de speelbal van wisselende provinciale voorkeuren en politiek opportunisme. Internationaal belangwekkende natuurwaarden zijn bij uitstek een nationale verantwoordelijkheid; decentralisatie, uitvoering en implementatie dicht bij de burgers brengt een 'tragedy of the commons' snel naderbij; op die bestuursniveaus bestaat immers een opvatting van het algemeen belang niet niet verder reikt dan de gemeentelijke of provinciale grenzen/belangen.
3. natuurbescherming is een vorm van beschaving. Het feit dat de rijksoverheid haar verantwoordelijkheid in deze afwentelt op de andere bestuurslagen en daarbij de doelen van het natuurbeleid beperkt tot het absolute minimum (nl. dat wat in Eurpees verband is afgesproken) illustreert in welke armoedige toestand dit land op sociaal-cultureel gebied is terechtgekomen. Deze wet marginaliseert de toch als beperkte natuurwaarden van NL nog verder; Decennia van maatschappelijke investeringen in de zorg voor de kwaliteit van onze natuur, bijvoorbeeld in de beschermde natuurmonumenten, worden met deze wet zonder steekhoudende motivatie teniet gedaan. De in vele delen van het land al homeopatisch verdunde wildstand kan op basis van deze wet nog verder omlaag geschoten worden als iemand dat leuk vindt, of als iemand meent dat hij hinder ondervindt van de betreffende soorten. Handhaafbaarheid van resterende beschermingsbepalingen wordt vrijwel onmogelijk gemaakt door de manier waarop de wet deze nu formuleert.
Conclusie: De leefbaarheid van Nederland wordt met deze wet te grabbel gegooid voor een paar stuivers korte termijn gewin. Voor pegels doen wij alles (dit kabinet althans).