wet natuur

Reactie

Naam Dassenwerkgroep Drenthe (Mevr P. Arends)
Plaats Hooghalen
Datum 16 november 2011

Vraag1

(1) Dragen de voorgestelde wijzigingen ten opzichte van de huidige natuurwetgeving bij aan de balans tussen ecologie en economie?
(2) Is het voorliggende wetsvoorstel voor de praktijk duidelijk en uitvoerbaar?
(3) Heeft u verder nog opmerkingen over de inhoud van het wetsvoorstel en de toelichting?
1. Wij denken dat de nieuwe natuurwet niet bijdraagt aan de balans tussen ecologie en economie. De vraag suggereert dat die balans er nu niet is. Naar onze mening is het echter nu al zo dat de ‘economie’ zelden wordt beperkt door de ecologie. In bijna alle voorkomende gevallen in Nederland is uiteindelijk een vergunning verleend om de economische ontwikkeling (woningbouwprojecten, aanleg van wegen et cetera) door te kunnen laten gaan. Dat daarbij een zorgvuldige afweging wordt gemaakt t.o.v. de aanwezige flora en fauna lijkt ons niet meer dan normaal. We leven in één van de meest welvarende landen van de wereld, bescherming van flora en fauna staat naar onze mening die welvaart op geen enkele manier in de weg. De nieuwe Natuurwet zorgt er juist voor dat de nu al kwetsbare flora en fauna nog minder bescherming krijgt. Kortom de balans wordt meer verstoord ten gunste van de economie.

2. Het voorliggende wetsvoorstel is in praktijk onwerkbaar. De conceptwet probeert de onbeschermde status van veel planten en dieren enigszins te ondervangen door artikel 1.8: Een ieder neemt voldoende zorg in acht voor in het wild levende dieren en planten en voor Natura 2000-gebieden. Je kunt echter op je klompen aanvoelen dat dit nietszeggende artikel vooral veel werk voor advocaten, het openbaar ministerie en de rechtbank en een hoop jurisprudentie zal opleveren, maar weinig concreet resultaat. Je kunt op geen enkele manier straks nog het strafrecht toepassen. De conceptwet leidt tot nog minder mogelijkheden om de grove en schandalige praktijken van het vergiftigen van roofdieren en ander ongewenste soorten aan te pakken. Dat dit nog steeds gebeurt en op grotere schaal dan wordt aangenomen bewijzen de gevallen die onlangs na jarenlang onderzoek aan het licht zijn gekomen in Drenthe en Friesland.

3. Zie de bijlage.

Bijlage