wet natuur

Reactie

Naam M Heuts
Plaats Valkenswaard
Datum 10 november 2011

Vraag1

(1) Dragen de voorgestelde wijzigingen ten opzichte van de huidige natuurwetgeving bij aan de balans tussen ecologie en economie?
(2) Is het voorliggende wetsvoorstel voor de praktijk duidelijk en uitvoerbaar?
(3) Heeft u verder nog opmerkingen over de inhoud van het wetsvoorstel en de toelichting?
Vraag 1.
In de voorgestelde wijzigingen is de balans dermate onevenwichtig dat dit ten koste van de ecologie gaat. De gevolgen hiervan zijn zo ernstig, dat toekomstige generaties de aarde slechter erven dan wij haar kregen van onze ouders. Daarom zijn de bestaande wetten en verdragen nodig om te redden wat er nog te redden valt. Ik wil mijn dochter de komende jaren ook nog vossen, dassen, ijsvogels en al die andere soorten laten zien, die op basis van de nieuwe wet niet langer beschermd worden, maar probleemloos door kwaadwillenden verstoord mogen worden.

Vraag 2
Nee. In het voorliggende voorstel zitten veel onduidelijkheden. Opzettelijk doden is bijvoorbeeld een vaag begrip als enige bepaling om nu nog streng beschermde soorten als de Das, Boommarter of Vuursalamander, in een duurzame staat van instandhouding te houden of te krijgen! Verontrusten en verstoren mag onbestraft, maar als iemand dat bewust doet en daarmee de dood van vossenwelpen op zijn geweten heeft omdat moeders niet meer terug durft te keren?

Vraag 3
Het kan niet zo zijn dat de versimpeling die deze wet voorstaat er straks toe gaat leiden dat louter internationaal bedreigde soorten door bescherming gehandhaafd worden. Enkele inlandse soorten bevinden zich nu al niet in een gunstige staat van instandhouding. Denk hierbij aan boommarter, vuursalamander, eikelmuis en onder andere verschillende orchideeënsoorten. Daarnaast zijn er soorten die door hun leefwijze en de hoge dynamiek en het intensieve landgebruik door ons mensen, alleen in een gunstige staat van instandhouding te handhaven zijn, indien zij extra bescherming genieten.
Meest duidelijke voorbeeld hiervan is de das die extra kwetsbaar is door zijn traditionele leefwijze in sociaal familieverband en eeuwenoude burchten en vaste trekroutes van burcht naar voedselgebieden. Op uitdrukkelijk aandringen van de Tweede Kamer werd voor de das een reddingsoperatie uitgevoerd in nota bene drie vijfjarenplannen. Het was uiteindelijk het eerste succesvolle soortenbeschermingsplan van Nederland. Het zou ronduit verwerpelijk zijn als alle betrokkenheid van velen in het buitengebied en de vele financiële offers en investeringen (alleen al door Rijkswaterstaat is meer dan 90 miljoen euro aan rasters en tunnels besteed) om deze soort uit het diepe dal omhoog te halen om niets zijn geweest. Moet het de bedoeling zijn dat deze staatssecretaris al deze maatregelen belachelijk maakt?