wet natuur

Reactie

Naam Natuurvereniging IJsseldelta te Kampen (drs J. Messelink)
Plaats Kampen
Datum 17 november 2011

Vraag1

(1) Dragen de voorgestelde wijzigingen ten opzichte van de huidige natuurwetgeving bij aan de balans tussen ecologie en economie?
(2) Is het voorliggende wetsvoorstel voor de praktijk duidelijk en uitvoerbaar?
(3) Heeft u verder nog opmerkingen over de inhoud van het wetsvoorstel en de toelichting?
1) Nee, volstrekt niet. De impliciete aanname achter het wetsontwerp gaat uit van een tegenstelling tussen ecologie/natuur en economie. Maar het kan niet genoeg herhaald worden, die tegenstelling is er niet. Dat was ook op het departement bekend, getuige de financiële steun van de Directie Natuurbeheer van het ministerie van Landbouw, Natuurbe-heer en Visserij voor de publikatie van 'Natuur is economie!, een boek dat Jan Paul van Soest en Martijn Blom geschreven hebben over de relatie tussen natuur en economie. Dat boek is mede gebaseerd op een serie interviews en een tweetal ‘denktankbijeenkomsten’. Natuur en economie, dat is water en vuur, zo wordt algemeen gedacht. Want waar economische belangen in het spel zijn, delft de natuur toch altijd het onderspit? In dit boek wordt die opvatting met een keur van argumenten naar de prullenbak verwezen. Ik stel voor dat de heer Bleker, staatssecreratis van Economische zaken, Landbouw en Innovatie dit boek als bedlectuur gaat gebruiken. Dan kan bij hem althans dat hardnekkige misverstand wellicht smelten en het besef doorbreken dat natuur aan dat rijtje van zijn beleidsterreinen moet worden toegevoegd. Nog los van allerlei andere, bijvoorbeeld ethische, overwegingen is het simpel zo dat natuur welvaart bevordert. Puur economisch gezien doe je er dus goed aan om het beetje natuur in Nederland zo goed mogelijk te beschermen en waar dat kan te bevorderen. Het wetsvoorstel bevordert het omgekeerde en stimuleert daarmee een neerwaardse spiraal in onze welvaart. Deze opvatting leidt bijvoorbeeld tot een andere formulering van Art 1.5 lid 3 a en b. Waarom in deze bepalingen niet helder tot uitdrukking brengen dat de borging van economische ontwikkeling niet ten koste mag gaan van behoud, duurzaam beheer én ontwikkeling van de natuur? Etc.
2)Er zal ongetwijfeld nog wel het een en ander in wet en regelgeving betreffende de natuur kunnen worden verbeterd. Maar als ik bijvoorbeeld artikel 3.1. lid 4 en 5 lees kom ik van die duidelijkheid niet onder de indruk. Verstoring van bijvoorbeeld een nest van de visarend kan dus best? De visarend is een kosmopoliet en dat ene nest in Nederland verstoren heeft geen invloed op de staat van instandhouding van die soort. Dat kan toch niet de bedoeling zijn?
3) Zie de reacties van de talloze landelijk en provinciaal opererende natuurorganisaties.