wet natuur

Reactie

Naam Vogelwerkgroep Rijk van Nijmegen e.o. (A van Dijk)
Plaats Nijmegen
Datum 15 november 2011

Vraag1

(1) Dragen de voorgestelde wijzigingen ten opzichte van de huidige natuurwetgeving bij aan de balans tussen ecologie en economie?
(2) Is het voorliggende wetsvoorstel voor de praktijk duidelijk en uitvoerbaar?
(3) Heeft u verder nog opmerkingen over de inhoud van het wetsvoorstel en de toelichting?
De “ Vogelwerkgroep Rijk van Nijmegen e.o.” protesteert tegen het wetsvoorstel voor de Natuurwet:

1. De nieuwe natuurwet gaat uit van minimumwaarden voor de Nederlandse natuur. Slechts 10 % van het Nederlands territorium kan worden gezien als natuur. Deze gebieden zijn van fundamenteel belang voor de biodiversiteit in ons land. De nieuwe natuurwet gaat voor een belangrijk deel uit van een minimale toepassing van de Europese richtlijnen. Het ontwikkelde Nederlandse beleid en de daarbinnen vastgestelde beschermingsmaatregelen verdwijnen voor een belangrijk deel. Dit zal een enorme verschraling van de biodiversiteit in ons land tot gevolg hebben.

Zie dit in samenhang met het feit dat de regeling voor beschermde natuurmonumenten (in totaal 66 gebieden met in totaal maar liefst 3.465 hectare) geheel komt te vervallen. We verkwanselen ons tafelzilver, opgebouwd door generaties voor ons.

Op de site van de overheid wordt gevraagd of we van mening zijn of de voorgestelde wijzigingen bijdragen aan de balans tussen ecologie en economie. Naar onze mening is deze balans nu reeds zoek – de feiten en cijfers van achteruitgang spreken voor zich – en de invoering van de nieuwe natuurwet zal de balans nog verder verslechteren ten nadele van natuur en landschap.

2. Het aantal bejaagbare soorten wordt uitgebreid met grauwe gans, kolgans en smient. Soorten waar Nederland nota bene een internationale verantwoordelijkheid heeft omdat een substantieel deel (50 tot 70 %) van de Europese populatie in Nederland broedt of overwintert. De toename van de jacht zal bovendien een sterk verstorende werking hebben op de overige vogels met name in het broedseizoen.

De natuurwet laat veel vrije ruimte voor interpretatie. Bijvoorbeeld de bepaling dat verstoring van vogels alleen nog verboden is als het van “ wezenlijke invloed is op de staat van instandhouding van de desbetreffende vogelsoort” . Zie ook dit weer in samenhang met de draconische bezuinigingen bij Staatsbosbeheer. De slagkracht op het terrein van handhaving en inzicht (veel minder ecologen) verschrompelt.

3. De agrarische sector en de jagers worden naar voren geschoven als toekomstig natuurbeheerders. Zij zouden beschikken over de noodzakelijke inzichten. Het beleid en de visie waarop dit inzicht is gebaseerd hangt echter in het luchtledige en zal gedomineerd worden door deelbelangen van de desbetreffende groepen.

Bijlage

  • Bijlage