wet natuur

Reactie

Naam Dr. P.W.J.J. van der Wielen
Plaats Houten
Datum 3 november 2011

Vraag1

(1) Dragen de voorgestelde wijzigingen ten opzichte van de huidige natuurwetgeving bij aan de balans tussen ecologie en economie?
(2) Is het voorliggende wetsvoorstel voor de praktijk duidelijk en uitvoerbaar?
(3) Heeft u verder nog opmerkingen over de inhoud van het wetsvoorstel en de toelichting?
1. In de voorgestelde wijzigingen is de balans tussen economie en ecologie dermate onevenwichtig dat dit ten koste van de laatste gaat. De gevolgen hiervan zijn zo ernstig, dat toekomstige generaties de aarde slechter erven dan wij haar kregen van onze ouders. Daarom zijn de bestaande wetten en verdragen nodig om te redden wat er nog te redden valt.

2Volstrekt onduidelijk. Ik hoop dat de schade die deze wet aan zal richten aan decennia werk van duizenden burgers, boeren, jagers en buitenlui ooit op iemand verhaald zal worden. Het is een onbegrijpelijk slechte wet. Internationale verplichtingen gaan uit van de totale bescherming van de gehele inheemse flora en fauna en hun natuurlijke verspreidingsgebieden in ieder land. Deze bescherming vereist - aldus de verdragen - een nationale aanpak. Voor bedreigde soorten wordt bijzondere aandacht gevraagd. De nieuwe Wet natuur gaat daar op grove wijze aan voorbij. Deze wet denkt nog alleen de gunstige staat van instandhouding van wereldwijd of Europees wijd bedreigde soorten te hoeven handhaven en dat nog slechts in bepaalde gebieden. Alle overige soorten waarvoor internationaal geen extra aandacht gevraagd wordt, mogen in ons land kwetsbaar en bedreigd worden. Of zelfs uitsterven. Dit zal juridisch geen stand houden. Echter, mocht dit wel het geval zijn, dan worden miljoenen investeringen en de inzet en het werk van velen teniet gedaan.

3. Het kan niet zo zijn dat de versimpeling die deze wet voorstaat er straks toe gaat leiden dat louter internationaal bedreigde soorten door bescherming gehandhaafd worden, terwijl op Nederlandse schaal bedreigde of kwetsbare soorten in hun belang worden geschaad.
Enkele van deze soorten bevinden zich nu al niet in een gunstige staat van instandhouding. Denk hierbij aan boommarter, vuursalamander, eikelmuis en onder andere verschillende orchideeënsoorten. Daarnaast zijn er soorten die door hun leefwijze en de hoge dynamiek en het intensieve landgebruik door ons mensen, alleen in een gunstige staat van instandhouding te handhaven zijn, indien zij extra bescherming genieten. Moet het de bedoeling zijn dat deze staatssecretaris al deze maatregelen belachelijk maakt?