wet natuur
Reactie
Naam | Stichting Dassenwerkgroep Brabant (W Thijssen) |
---|---|
Plaats | Boxmeer |
Datum | 8 november 2011 |
Vraag1
(1) Dragen de voorgestelde wijzigingen ten opzichte van de huidige natuurwetgeving bij aan de balans tussen ecologie en economie?(2) Is het voorliggende wetsvoorstel voor de praktijk duidelijk en uitvoerbaar?
(3) Heeft u verder nog opmerkingen over de inhoud van het wetsvoorstel en de toelichting?
(1) Dit is een suggestieve vraag. In deze wet behoort het te gaan om het belang van de natuur. Even goed kun je de vraag stellen of die bijdraagt aan het milieu of welzijn.
(2) Volstrekt onduidelijk. Ik hoop dat de schade die deze wet aan zal richten aan decennia werk van duizenden burgers, boeren, jagers en buitenlui ooit op iemand verhaald zal worden. Het is een onbegrijpelijk slechte wet. Internationale verplichtingen gaan uit van de totale bescherming van de gehele inheemse flora en fauna en hun natuurlijke verspreidingsgebieden in ieder land. Deze bescherming vereist - aldus de verdragen - een nationale aanpak. Voor bedreigde soorten wordt bijzondere aandacht gevraagd. De nieuwe Wet natuur gaat daar op grove wijze aan voorbij. Deze wet denkt nog alleen de gunstige staat van instandhouding van wereldwijd of Europees wijd bedreigde soorten te hoeven handhaven en dat nog slechts in bepaalde gebieden. Alle overige soorten waarvoor internationaal geen extra aandacht gevraagd wordt, mogen in ons land kwetsbaar en bedreigd worden. Of zelfs uitsterven. Dit zal juridisch geen stand houden. Echter, mocht dit wel het geval zijn, dan worden miljoenen investeringen en de inzet en het werk van velen teniet gedaan.
(3) Het kan niet zo zijn dat de versimpeling die deze wet voorstaat er straks toe gaat leiden dat louter internationaal bedreigde soorten door bescherming gehandhaafd worden, terwijl op Nederlandse schaal bedreigde of kwetsbare soorten in hun belang worden geschaad.
Enkele van deze soorten bevinden zich nu al niet in een gunstige staat van instandhouding. Denk hierbij aan boommarter, vuursalamander, eikelmuis en onder andere verschillende orchideeënsoorten. Daarnaast zijn er soorten die door hun leefwijze en de hoge dynamiek en het intensieve landgebruik door ons mensen, alleen in een gunstige staat van instandhouding te handhaven zijn, indien zij extra bescherming genieten.
Meest duidelijke voorbeeld hiervan is de das die extra kwetsbaar is door zijn traditionele leefwijze in sociaal familieverband en eeuwenoude burchten en vaste trekroutes van burcht naar voedselgebieden. Op uitdrukkelijk aandringen van de Tweede Kamer werd voor de das een reddingsoperatie uitgevoerd in nota bene drie vijfjarenplannen. Het was uiteindelijk het eerste succesvolle soortenbeschermingsplan van Nederland.