wet natuur

Reactie

Naam MJ Hazelaar
Plaats Delft
Datum 13 november 2011

Vraag1

(1) Dragen de voorgestelde wijzigingen ten opzichte van de huidige natuurwetgeving bij aan de balans tussen ecologie en economie?
(2) Is het voorliggende wetsvoorstel voor de praktijk duidelijk en uitvoerbaar?
(3) Heeft u verder nog opmerkingen over de inhoud van het wetsvoorstel en de toelichting?
De balans tussen economie en ecologie is de achterliggende decennia veel te ver doorgeslagen naar economie. Het wetsvoorstel laat de economie nog meer prevaleren.

Er zijn in Nederland nauwelijks meer plaatsen te vinden die stil en 's nachts donker zijn, terwijl dat door heel veel mensen zeer belangrijk wordt gevonden. De voorgestelde wet kan er voor zorgen dat deze plaatsen ook aangetast worden door nieuwe bedrijvigheid aan de randen of zelfs verdwijnen, met name die gebieden die nu nog onder Nederlandse bescherming vallen, maar niet onder de Europese regels.

Dat de Europese regels voor de meeste gebieden blijven gelden is geen garantie voor voldoende bescherming. Nederland is allereerst het dichtstbevolkte land van Europa, waardoor er hier een andere dynamiek is tussen bedrijvigheid en natuur. Daarnaast lijkt er een tendens te bestaan naar het negeren van Europese regelgeving met betrekking tot het beschermen en in stand houden van de natuur.

Ondanks dat van veel diersoorten die nu nog beschermd zijn de aantallen in Nederland groot zijn, zijn in Europa de aantallen van sommige soorten zo klein dat alleen daarom deze soorten beschermd moeten worden.

Daarnaast genieten zoveel mensen van ook relatief algemene soorten (bv. de zeehonden op de waddeneilanden, herten op de Veluwe, ganzen en smienten in het groene hart) dat dat alleen al voldoende reden zou moeten zijn voor strikte bescherming tegen verstoring en jacht.

Het maatschappelijke belang van de overgebleven natuur is zo groot (alleen al afgaande op het aantal leden van natuurbeschermingsorganisaties) dat de bescherming eerder uitgebreid dan verminderd moet worden.


Marten Hazelaar,

13 november, 2011, Delft