Zoekresultaat

180 resultaten
U heeft gezocht op: Belasting

Sorteren op:
  • Wetsvoorstel tot wijziging omgevingswaarde stikstofdepositie 2030 en vergunningplicht o.a. intern salderen

    Dit wetsvoorstel versnelt de wettelijke stikstofdoelstelling (omgevingswaarde) van 2035 naar 2030. Ook introduceert het wetsvoorstel een natuurvergunningplicht voor stikstofgerelateerde wijzigingen (o.a. intern salderen). Basis is het coalitieakkoord en de voorstellen van Remkes. Voor de omgevingswaarde zijn in het wetsvoorstel ook twee ijkmomenten in 2025 en 2028 opgenomen. Tijdens de ijkmomenten wordt bezien of er dwingende inhoudelijke redenen zijn om iets meer tijd te nemen voor het halen van de doelstellingen. Zo ja, dan kan de termijn waarop moet zijn voldaan aan die omgevingswaarde worden verlengd. Met de natuurvergunningplicht wordt onder meer intern salderen vergunningplichtig. Dit zorgt er onder meer voor dat de natuurvergunning overeenkomt met wat er op een bedrijf gebeurt.

  • Wetsvoorstel vastgoedaandelentransacties

    In de btw is het uitgangspunt dat er btw verschuldigd is (algemeen tarief, momenteel 21%) door de verkoper bij de levering van nieuwe onroerende zaken.  De verkrijging van bestaande onroerende zaken door de koper wordt in de regel met overdrachtsbelasting belast (algemeen tarief, momenteel 10,4%). Het is echter mogelijk om nieuwe onroerende zaken via een aandelentransactie over te dragen (in plaats van via een directe levering van de onroerende zaak) waarbij noch btw, noch ovb verschuldigd is. In de praktijk gebruiken belastingplichtigen deze belastingbesparende structuur om de belastingdruk te verlagen bij de aankoop van nieuwe onroerende zaken. Dit wetsvoorstel bevat daarom een voorstel om de zogenoemde samenloopvrijstelling in de ovb-wet- en regelgeving in die zin te wijzigen dat in ieder geval heffing van ovb (momenteel 10,4%) plaatsvindt bij de verkrijgingen van nieuwe onroerende zaken via een (kwalificerend) aandelenbelang (doordat in die gevallen de samenloopvrijstelling geen toepassing vindt).

  • Wet werkelijk rendement box 3

    Het kabinet heeft de afgelopen tijd een voorstel gemaakt dat een nieuw kabinet kan gebruiken als hulpmiddel. Iedereen kan meedenken en inbreng leveren op dit voorstel door te reageren op de internetconsultatie. Zo kan het nieuwe kabinet een snelle start maken en blijft een inwerkingtreding van het nieuwe stelsel op 1 januari 2027 mogelijk. Bij deze internetconsultatie worden ook specifieke vragen gesteld. De vragen treft u aan op de reactiepagina (door te klikken op ‘Reageren op deze consultatie’). De vragen zijn per onderwerp samengenomen.

  • Wijziging van de Pensioenwet, de Wet op de loonbelasting 1964 en enige andere wetten in verband met de verlenging van de transitieperiode naar het nieuwe pensioenstelsel

    Dit wetsvoorstel regelt dat de transitiedata uit de Wet toekomst pensioenen worden overgeheveld naar een algemene maatregel van bestuur (amvb). De transitiedata bepalen de maximale duur van de pensioentransitie. Door de transitiedata in een amvb op te nemen wordt het in de toekomst eenvoudiger om de transitie, indien dat voor de uitvoering nodig is, te verlengen. In eerste instantie wordt in de amvb geregeld dat de einddatum van de pensioentransitie met één jaar opschuift. Hiermee kunnen de werkzaamheden die gepaard gaan met de pensioentransitie beter worden gespreid in de tijd, wat ten goede komt van de uitvoering.

  • Wet verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden

    Dit wetsvoorstel draagt bij aan het herstellen van de balans tussen het werken met zelfstandigen en als zelfstandige(n) aan de ene kant, en het werken met en als werknemer(s) aan de andere kant. Dit gebeurt door te verduidelijken wanneer als werknemer gewerkt moet worden en wanneer als zelfstandige gewerkt kan worden. Daarnaast worden werkenden met beperkte onderhandelingsmacht ondersteund bij het opeisen van hun arbeidsovereenkomst.

  • Btw-herziening diensten aan onroerende zaken

    Onder de huidige btw-regelgeving is het mogelijk om door middel van een zogenoemde "short stay structuur" belasting te besparen. Door bijvoorbeeld woningen na een grote verbouwing voor korte tijd btw-belast te verhuren, mag een ondernemer de btw op deze verbouwing aftrekken. Als de ondernemer vervolgens overgaat tot btw-vrijgestelde woningverhuur blijft het aftrekrecht in stand. Dit leidt tot een ongelijk speelveld in de verhuursector. Het kabinet vindt dit onwenselijk en komt daarom met conceptregelgeving om deze structuur te bestrijden. Dat concept gaat nu ter consultatie zodat hier commentaar op kan worden gegeven.

  • Wijziging Regeling Waadi in verband met de invoering van een toelatingsplicht van arbeidskrachten

    De Regeling Waadi wordt aangepast vanwege de wijziging van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs i.v.m. het wetsvoorstel Wet toelating terbeschikkingstelling van arbeidskrachten.

  • Muntthema 2025

    De Nederlandse Staat geeft twee keer per jaar een verzamelaarsmunt uit. Met deze verzamelaarsmunten worden speciale feiten, gebeurtenissen of personen geëerd die een bijzonder belang hebben voor Nederland. De staatssecretaris van Financiën - Fiscaliteit en Belastingdienst, verantwoordelijk voor het muntwezen, laat Nederlanders in deze openbare consultatie meedenken over een muntthema voor 2025.

  • Wet gegevensverstrekking douane voor uitvoering politie- of toezichtstaken

    Met de Wet gegevensverstrekking douane voor uitvoering politie- of toezichtstaken wordt het in verschillende gevallen mogelijk voor de douane om in de toezichtsfase, wanneer nog geen sprake is van een (redelijke vermoeden van een) strafbaar feit, douanegegevens te verstrekken aan de politie, de Koninklijke Marechaussee (KMar), de Financiële inlichtingen eenheid (FIU) of de Belastingdienst/Fiscale inlichtingen- en opsporingsdienst (FIOD) waaronder ook gegevens waarop de geheimhoudingsplicht rust en persoonsgegevens.

  • Aanpassing voorwaarden kavelruilvrijstelling

    In de praktijk is het onbedoeld mogelijk geworden om gebruik te maken van de vrijstelling van overdrachtsbelasting voor kavelruil wanneer met een kavelruil de voor de vrijstelling relevante doelen niet worden gerealiseerd maar die kavelruil louter strekt tot het verkrijgen van fiscaal voordeel. Hierdoor worden met name woningen en andere opstallen die niet voor de landbouw worden gebruikt onbedoeld vrij van overdrachtsbelasting verkregen. Het kabinet vindt dit onwenselijk en komt daarom met conceptregelgeving om dit te bestrijden. Dat concept gaat nu ter consultatie zodat hier commentaar op kan worden gegeven.