Regeling kwijtschelding belastingen medeoverheden

In de Tweede Kamer is op 28 januari 2020 een motie aangenomen. De motie vraagt aan de regering om te regelen dat AOW’ers nog steeds recht op kwijtschelding hebben als zij een kleine buffer (spaargeld) hebben. Het kabinet vond dat dit niet alleen voor AOW’ers, maar ook voor mensen die waarschijnlijk nooit meer kunnen werken (duurzaam arbeidsongeschikten) moest gelden. Bij zowel AOW’ers als duurzaam arbeidsongeschikten is de kans namelijk klein dat zij ooit weer aan het werk zullen gaan. Dit is daarom geregeld in de nieuwe “regeling kwijtschelding belastingen medeoverheden”.

In deze regeling staat dat AOW’ers en duurzaam arbeidsongeschikten maximaal 2000 euro meer spaargeld mogen hebben dan ze nu mogen hebben. Dat bedrag zal dan niet worden meegeteld bij de berekening van het vermogen. Wel gaat het om een maximumbedrag: gemeenten, provincies en waterschappen kunnen kiezen voor een lager bedrag dan 2000 euro. Ook kunnen zij ervoor kiezen het bedrag helemaal niet op te hogen. In de wet staat namelijk dat gemeenten, provincies of waterschappen dat zelf mogen beslissen.

Eerst was het de bedoeling om de regels over het extra spaargeld in de regeling ‘Nadere regels kwijtschelding gemeentelijke en waterschapsbelastingen’ op te nemen. Deze regeling bleek verouderd en was ook erg ingewikkeld. Daarom is ervoor gekozen om een hele nieuwe regeling te maken.

Al met al zijn in deze regeling de volgende regels opgenomen:

- Dezelfde regels die al in de ‘Nadere regels kwijtschelding gemeentelijke en waterschapsbelastingen’ stonden. Deze regels zijn hetzelfde als de oude regels, maar dan duidelijker opgeschreven.

- Regels over hoeveel spaargeld AOW’ers en duurzaam arbeidsongeschikten mogen hebben (artikel 4). Dit is de enige ‘nieuwe’ regel.

Bij deze regeling zijn er twee groepen: alleenstaanden en echtparen. Met echtpaar bedoelen we ook stellen die samenwonen of een geregistreerd partnerschap hebben. Als u niet onder de term echtpaar valt, dan bent u voor deze regeling een alleenstaande. Bij echtparen kan het voorkomen dat niet beide partners AOW’er zijn of beide partners duurzaam arbeidsongeschikt zijn. Het kan namelijk ook voorkomen dat bijvoorbeeld slechts één van de partners een AOW’er is. Daarom is in artikel 4 een onderscheid gemaakt tussen verschillende groepen. Zij mogen een bepaald bedrag aan spaargeld hebben, en toch kwijtschelding van de belasting krijgen:

Echtpaar; beiden AOW’er: max. € 2000,-

Echtpaar; één iemand AOW’er: max. € 1000,-

Alleenstaande AOW’er: max. € 2000,-

Echtpaar; beiden arbeidsongeschikt: max. € 2000,-

Echtpaar; één iemand arbeidsongeschikt: max. € 1000,-

Alleenstaande arbeidsongeschikte: max. € 2000,-

Echtpaar; AOW’er en arbeidsongeschiktemax. € 2000,-

Bij sommige groepen is het maximumbedrag lager, omdat er dan nog iemand in het huishouden is die nog wel kan werken.

Deze regeling is belangrijk voor AOW’ers en duurzaam arbeidsongeschikten. Met deze regeling kan de gemeente, provincie of het waterschap ervoor kiezen dat deze mensen nog steeds recht op kwijtschelding van de belastingen hebben als zij een beetje spaargeld hebben.

• Concept-regeling (161 kB) PDF
  Downloaden Concept-regeling
• Beantwoording IAK-vragen (271 kB) PDF
  Downloaden Beantwoording IAK-vragen