Wet Voorschriften vrijstelling leerplicht bij richtingbezwaren
Reactie
Naam
|
H.C. Dingemanse
|
Plaats
|
Poortugaal
|
Datum
|
16 juli 2020
|
Vraag1
Wat vindt u van dit wetsvoorstel?
Beste medewerker van het ministerie OCW,
Toen dit wetsvoorstel op 2 juni jl. werd gepubliceerd ben ik enorm geschrokken.
Niet alleen omdat ik zie dat de praktijk van het thuisonderwijs zoals wij dat nu in ons gezin verzorgen daardoor compleet onmogelijk wordt gemaakt, maar vooral ook omdat ik het ervaar als een zware motie van wantrouwen richting mij als moeder, als verzorger van mijn zoons en als eerstverantwoordelijke voor hun ontwikkeling tot volwassen mannen die hun plek kunnen innemen in deze maatschappij.
Wij zijn als gezin lid van de Vereniging Thuisonderwijsverbond en beroepen ons op richtingbedenkingen omdat we ons niet herkennen in de grondslag van de scholen in onze omgeving. Ik steun de bijdrage die door deze vereniging is ingeleverd van harte. Ik roep de minister op om het volgende te doen:
1. De bijdragen van de belangenorganisaties in het thuisonderwijsveld (Thuisonderwijsverbond, NVvTO en Stichting Keurmerk Thuisonderwijs) echt serieus aandacht geven en zoveel mogelijk overnemen.
2. Het nu gepubliceerde voorstel zeer kritisch te evalueren en de aanbevelingen van met name de Raad van State, de Onderwijsraad en de Autoriteit Persoonsgegevens zonder voorbehoud over te nemen. Hierbij ga ik er vanuit dat deze publieksorganen doen wat ze behoren te doen: wetgeving kritisch toetsen op botsingen met grondrechten of verdragsrechtelijk vastgestelde normen en regels. Het is in mijn optiek onmogelijk dat dit wetsvoorstel daar zonder kleerscheuren doorheen komt, zoveel blijkt ook wel uit de bijdrage van voornoemde vereniging Thuisonderwijsverbond.
3. De ouders van een gezin beschouwen als de belangrijkste pijler van onze samenleving en dit door gebalanceerde wetgeving te onderstrepen. Wanneer ouders (1) bij elkaar blijven in een huwelijk tot de dood hen scheidt, (2) gezegend worden met kinderen die uit de liefdesrelatie geboren worden, (3) de opvoeding ter hand nemen en hun kind een veilige en hechte jeugd geven, en (4) daarbij óók nog de inspanning leveren om het onderwijs zelf ter hand te nemen, (5) waardoor gezonde, zelfstandige en draagkrachtige volwassenen de maatschappij betreden, verdient dat enkel aanmoediging, geen inkapseling of betutteling.
Ik hoop en bid dat u terugkomt van dit onzalige plan en dat de hoop die we kregen toen het regeerakkoord werd opgesteld nog enigszins kan herleven door een meer geschikt wetsvoorstel.
Met vriendelijke groet,
H.C. Dingemanse
Albrandswaard