Wet Voorschriften vrijstelling leerplicht bij richtingbezwaren
Reactie
Naam
|
Anoniem
|
Plaats
|
Dordrecht
|
Datum
|
4 juni 2020
|
Vraag1
Wat vindt u van dit wetsvoorstel?
In sommige gedeeltes van dit wetsvoorstel kan ik mij zeker vinden. Zo vind ik het belangrijk dat (thuis)onderwijzers de Nederlandse taal voldoende machtig zijn. Wel maak ik graag een kleine kanttekening: zou het niet beter zijn om álle onderwijzers, dus ook de 'traditionele' docenten in PO en VO, te toetsen op hun taalvaardigheid? Legio kinderen in PO en VO krijgen ook vandaag de dag nog steeds rapporten, nieuwsbrieven e.d. met spel- en grammaticafouten mee naar huis. Ook de gesprekken die men wil laten plaatsvinden met de thuisonderwijsleerling mis ik in het primair onderwijs. Zou het niet beter zijn om met álle individuele leerlingen rond de tafel te gaan, in plaats van met alleen de thuisonderwijsgroep?
Verder vraag ik mij af hoe en aan welke 'pedagogische en didactische kwaliteiten' ouders zouden moeten voldoen. Dit vind ik in het wetsvoorstel te vaag omschreven. Ook begrijp ik het nut van cursussen op dat vlak niet helemaal. Hoe kan een ouder nu op een cursus leren hoe hij/zij iets moet uitleggen aan zijn/haar kind? Cursussen en opleidingen op dat vlak zijn nuttig wanneer je voor een gemeleerde groep kinderen staat, niet wanneer je je bloedeigen kind(eren) iets moet leren of uitleggen. Ouders kennen hun kind(eren) al jaren voordat ze aan thuisonderwijs beginnen, het lijkt me dat ze tegen die tijd wel weten hoe ze hun kind kunnen aanmoedigen, (aan)leren of bijsturen. Tot slot kan ik me voorstellen dat een kind al thuisonderwijs volgend jarenlang van de radar verdwijnt, maar zou het toch mogelijk moeten zijn dat men bijv een grote reis maakt van -laten we zeggen- maximaal één jaar. Dat is immers een unieke, leerzame ervaring waar een kind levenslang mooie en waardevolle herinneringen aan bewaart. Ook dát is leren: niet alleen leert het kind over de taal, natuur, cultuur etc van de landen waarin gereisd wordt, maar ook leert het dat geluk 'm zit in (samen) doen, beleven en delen, in plaats van in bezitten.