Wijziging Leerplichtwet 1969 vrijstelling bij lichamelijke of psychische gronden

Reactie

Naam Samenwerkingsverband Noord Kennemerland VO (Projectleider schoolaanwezigheid I.G. de Wit)
Plaats Alkmaar
Datum 30 september 2020

Vraag1

Wat vindt u van het voorstel?
Het voorstel sluit goed aan bij de werkwijze binnen mijn samenwerkingsverband. Leerplicht, jeugdarts en gezamenlijke samenwerkingsverbanden PO en VO werken al enige jaren naar tevredenheid samen in een constructie vergelijkbaar zoals deze in het huidige wetsvoorstel wordt omschreven.

Aanpassing in duur en flexibiliteit van de vrijstelling zal meer maatwerk tot gevolg hebben. Ouders hoeven nu niet meer onnodig elk jaar een vrijstelling aan te vragen. Vaak wordt dit als een last door ouders ervaren. Verder dwingt het betrokken partijen om na te denken over het ontwikkelpotentieel van een kind.

Punten van aandacht die niet specifiek benoemd zijn:
-Overgangsmoment van PO naar VO. Kinderen met een vrijstelling die is afgegeven voor de gehele duur van de leerplicht zijn aan het eind van de basisschoolperiode niet altijd goed meer in beeld. Is dit een natuurlijk moment om de vrijstelling te heroverwegen?
-De bedoeling van dit wetsvoorstel is dat er alleen een beroep op vrijstelling 5 onder a gedaan wordt in situaties waarin er redelijkerwijs geen vorm van onderwijs mogelijk is waar (de ontwikkeling van) het kind bij gebaat is. Een dergelijke formulering zal in de praktijk vragen oproepen, met name wanneer het op financiering neer komt. Een duidelijke omschrijving van wat nog onder onderwijs valt zal bij in werking treden van de wet discussie hierover wegnemen en ertoe leiden dat de discussie werkelijk gaat over waar het omdraait, het kind en zijn recht op ontwikkeling.
-Wat is de rol van de hulpverlening bij jongeren die op psychische gronden een vrijstelling krijgen? Hoe zorgen we ervoor dat deze jongeren op een goede manier en integrale wijze weer teruggeleid kunnen worden naar het onderwijs?

Vraag2

Omdat op dit moment onduidelijk is bij welke partij de adviesrol ten aanzien van de onderwijskundige invalshoek neergelegd kan worden als het gaat om kinderen en jongeren die op het mbo zitten, is hierover op dit moment nog niets geregeld in het wetsvoorstel. Zou deze functie bij de RMC-regio kunnen worden belegd? Of komt een contactschool meer in aanmerking? Of is er een andere oplossing denkbaar?
Geen zicht op

Vraag3

De wijziging heeft ook betrekking op Caribisch Nederland. De adviesrol ten aanzien van het onderwijskundig perspectief is met deze wijziging belegd bij het Expertisecentrum onderwijszorg. Is het Expertisecentrum de meest geschikte partij om de adviesrol ten aanzien van het onderwijskundig perspectief te beleggen?
Geen zicht op